weer gevestigd in Stratford-Bow, waar, na de dood van Abraham Kuffler, de
zaak werd voergenomen door Johan Sibertus.
Hij was tevens lijfarts van de hertog van York en hij overleed in 1677 in
Londen. Ook in Frankrijk werd de methode Drebbel overgenomen. Volgens
Tierie (3, pag. 79 e.v.) werd door Jean Gluck, een wederdoper die in Amster
dam enige tijd kontakt met de Kufflers heeft gehad, het procédé Drebbel in
Frankrijk ingevoerd.
Volgens stelling no. VI van Tierie, die in 1932 'op Drebbel' promoveerde tot
doctor in de Wis- en Natuurkunde, is het waarschijnlijk dat:
'de etser Nicolaes Clock of Kloeck, die met Drebbel heeft samengewerkt, in
familiebetrekking stond tot den lakenverver Kloeck of Gluck uit Amsterdam
afkomstig. Hierdoor is het te verklaren, dat de kunst van het scharlaken verven
(Bow-dye) van Drebbel via de Kufflers naar de Manufactures des Gobelins is
overgebracht'.
In 1660 nam Gluck het begin 17e eeuw, door Jean Gobelin gestichte bedrijf
'Maisons des Gobelins' over. Tot het begin van de 19e eeuw heeft het bedrijf
bestaan.
Het Drebbelproces werd ook in Duitsland gebruikt en het werd pas eind 19e,
begin 20e eeuw verdrongen door de synthetische methodes.
Dit verhaal geeft slechts een summiere indruk van de veelzijdigheid van Dreb
bel. Het bewijst echter dat Drebbel zeer praktijkgericht bezig was.
Jammer genoeg heeft Drebbel zelf te weinig over zijn bezigheden op schrift
gesteld. Het feit dat hij meer in de praktische bruikbaarheid van een 'innovatie'
geïnteresseerd was, dan in de natuurwetten, die daaraan ten grondslag lagen,
heeft ertoe geleid, dat hij slechts een bescheiden plaats in de geschiedenis
heeft verworven. Te bescheiden, naar mijn gevoel. Ter afsluiting van dit relaas,
wil ik dan ook benadrukken, dat het gemeente-bestuur en de burgerij van
Alkmaar nalatig zijn, wat betreft het in ere houden van deze inventieve zoon.
Slechts een afgelegen straat in Alkmaar draagt Drebbel's naam.
Een gedenksteen op de plek in Alkmaar waar Drebbel een aantal jaren
gewoond heeft, namelijk hoek Koningsweg-Doelenkluft zal hem enigszins aan
de vergetelheid ontrukken.
1). Cornelis Drebbel en zijne Tijdgenooten door Prof. Dr. F.M. Jaeger, 1922,
Groningen
2). The two Netherlanders, L.E. Harris, Leiden 1961
3). Jaeger, pag. 119, extract uit het register van de acten loopende over de
jaren 1589-1602 (Staten-Generaal, no 3328)
6