Wat zou er echter bedoeld zijn met de herhaaldelijk uitgestote kreet: "Dit zijn
mijn beren!"? Een studie van P.J. Meertens kan wellicht helderheid brengen
(4). Als symbool speelden dieren een rol in de charivari. Een bekend symbool
was de ezel. Zo kwam het voor, dat het slachtoffer omgedraaid op een ezel
werd gezet en door het dorp werd gereden. In verschillende streken in Neder
land en België kwam ketelmuziek ook voor onder de naam beer jagen. Mogelijk
wijst het woord beer in deze betekenis op het varken jagen - ook een naam
voor volksgerichten - omdat het woord beer synoniem is voor mannelijk varken.
In 1811 werd in Oploo in Noord-Brabant een boer als een beer, dat wil zeggen
aan een touw, rondgeleid. In Driel ging men nog een stapje verder. Daar werd
de beer oftewel het slachtoffer aan een touw door het water getrokken. De
uitroep 'Dit zijn mijn beren' zou heel goed kunnen wijzen op het beer jagen,
zoals het volksgericht in zuiderlijker streken voorkwam.
Volksgerichten zijn in onze streken echter nauwelijks bekend. De opstand te
Boekei werd echter georganiseerd door mensen, die uit gebieden kwamen,
waarin deze min of meer regelmatig voorkwamen: het oosten en zuiden van
ons land, Duitsland en België. Weinig kanaalarbeiders waren immers afkomstig
uit onze provincie.
De volksgerichten, zoals wij die kennen, richtten zich doorgaans op zaken als
huwelijkstrouw, verbreking van huwelijksbeloften enz.. Staphorst is wat dat
betreft een bekend voorbeeld. Toch kon ketelmuziek ook bij stakingen
gebracht worden. Mogelijk was het bloedbad te Boekei het niet-voorziene
einde van een aktie, die bedoeld was om door middel van ketelmuziek hoger
loon af te dwingen, maar die door de enorme haat van de deelnemers zo'n
dramatische wending nam.
De historicus Th. van Thijn vroeg zich in een bespreking van de bovenvermelde
studie af wat deze vertoning voorstelde: was het folklore of was men geïnspi
reerd door een plaatselijk optredend gezelschap?(2) Met uitzondering van de
in militaire kledij gehulde aanvoerder - een verschijnsel dat tijdens veel oproe
ren voorkwam - lijkt deze bonte stoet op een heel bijzondere vorm van folklore
te wijzen: het volksgericht, dat ook bekend is onder namen als ketelmuziek
of charivari. Bij deze vormen van volksjustitie was het kenmerkend, dat leden
van de dorpsgemeenschap samenschoolden voor de verblijfplaats van de ver
meende boosdoener, waarbij zij het object van hun hoon tracteerden op
muziek, lawaai, straattoneel, enz..(3) Al deze fenomenen komen we tegen in
de optocht te Boekei: een samenscholing voor de verblijfplaats van Huijskens,
muziek, geschreeuw en theater in de vorm van voortgedreven beren.
8