In een andere geboorteakte treedt Arie van Diggelen op als bewoner van het huis Luttik Oudorp C 380; in het bovenstaande als wonende op de Oudegracht wijk D nummer 15. Maar waar vinden we die? Een ieder die zich bezig houdt met genealogische gegevens in die akten uit de jaren 1811 - c. 1870, zal evenals ik met de moeilijkheid komen te zitten, dat in het bevolkingsregister in de steden wel zijn vermeld de straten, de letters of nummers der wijken en de huisnummers zelve, maar dat men slechts met zeer veel moeite deze huisnummers thans ter plaatse kan identificeren. Immers is in Alkmaar (en overal elders in de oude steden en grotere dorpen) het met die huisnummering zo gesteld, dat deze per wijk in onafgebroken volgorde gebeurde. De 19e-eeuwse indeling van de Alkmaarse binnenstad was die in vier wijken, elk voorzien van een letter (A, B, C en D). De grenzen van die wijken heb ik in de gemeentelijke resoluties uit het begin van de 19e eeuw (toen die indeling door de landsoverheid was bevolen) niet kunnen terugvinden. Maar dat is niet alleen in Alkmaar het geval; zelfs in een kleine stad als Medemblik, waar ik de gemeentelijke stukken 1805-1810 speciaal voor dit doel napluisde, is zulk een archiefstuk niet aanwezig. Verpondingen De huisnummering, die wij kennen uit de bevolkingregisters van de 19e eeuw, is voortgekomen uit de sterke aandrang van de Hoofdcommissie tot de Zaaken der Verponding, ingesteld op bevel van de Koning Lodewijk Napoleon in augustus 1806. Want reeds spoedig na de instelling van het Koningrijk Holland, namelijk op 15 juli 1806 tekende de Koning al een decreet over de invoering van de Verponding, waarin de hand wordt herkend van een van de beste krachten die Holland op het terrein van de overheidsfinanciën toen bezat, nl. de Minister van Financiën I.J.A. Gogel. Nu zult u misschien opmerken, dat zulk een belasting op de onroerende goe deren, de belasting naar de huurwaarde van alle huizen en andere gebouwen in een stad, al veel ouder is dan de 19e eeuw. Immers, zoals de geïnteresseerde lezer weet, dagtekenen in het Alkmaarse Stadsarchief de verpondingsregisters al vanaf 1534. Ook nummering was in 1806 niet onbekend, want sinds 1728 waren de huizen in de Alkmaarse Verpondingsregisters voorzien van een nieuwe nummering, omvattend alle "Huysen ende andere Gebouwen" zonder onderbreking van 1 tot c. 2570, van binnenstad tot Boekei. Echter was die nummering slechts een administratieve. Op geen enkel gebouw was een Verpondingsnummer aangebracht, zoals dat later zou prijken op 19e en 20e eeuwse jeneverstokerijen als het pand van de Firma Geels op de Baan gracht of op (om een heel bekend Duits voorbeeld te noemen) de Eau-de- Colognefabriek 4711 te Keulen. Het nieuwe lag in de geheel andere aanpak van de nationale Verponding. Toen dank zij de "lobby" van Gogel es. door Koning Lodewijk Napoleon werd besloten tot organisatie van de nieuwe Verponding werd slechts gedeeltelijk de door Napoleon Bonaparte bevolen algehele opmeting voor de instelling

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1988 | | pagina 9