vrijheid gevonden om te bedanken en zich aan Alkmaar te blijven verbinden. De burger avondschool wordt, in weerwil dat het onderwijs kosteloos is, slechts door weinig leerlingen en door deze, ten gevolge der weinige medewerking van ouders en patroons, zeer slordig bezocht. Men schijnt maar niet te begrijpen, dat aanstaande ambachtslieden nog iets meer noodig hebben dan bouwkundig teekenen, het eenige waar werkelijk prijs op gesteld wordt, en de lessen in alle andere vakken worden met de meeste onverschilligheid bijge woond, alleen om van de teeken lessen te kunnen profiteeren. Met onze inrichtingen van onderwijs, onze spoor- en waterwegen, onze gasverlichting, telegraaf, muziekuitvoeringen en gemeenteschuld beginnen wij al puur op eene groote stad te gelijken. In die richting hebben wij weer een stap voorwaarts gedaan, door de invoering van naambordjes op de hoeken der straten. Dat is voor een nieuwbakken plaats als het Nieuwediep met hare nieuwgedoopte straten iets bijzonders, maar voor eene zoo oude stad als Alkmaar is het een événement. De bordjes zijn van zink, met daarop gesoldeerde gegoten zinken letters, hetgeen te betreuren is, dewijl de begane bokken nu wel onverbeterd zullen blijven. Het interesseert u zeker niet bijzonder welke, maar dat de overheid geen onderscheid weet te maken tusschen eene ij en een y (onze muntgraveurs wisten het ook niet, maar die konden zich niet aan een slecht voorbeeld spiegelen), vindt gij met mij gewis tamelijk grof. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1988 | | pagina 16