"BRIEVEN UIT KENNEMERLAND" (1871-1886* VAN C.W. BRUINVIS. door Th, B. Roep. Alkmaar De "brieven uit Kennemerland" van C.W. Bruinvis in de Heldersche en Nieuwendieper Courant zijn een unieke bron voor de geschiedenis van Alkmaar en omliggende dorpen voor de jaren 1871-1886. De brieven geven een levendige kijk op de groei en bloei van Alkmaar in die jaren: bouwactiviteiten, opkomende industrie en socialisme, marktberich ten. harddraverijen, ijs en kermispret, nieuws over het kerkelijk en culturele leven. Zo zijn er ook verslagen van de lezingen van Douwes Dekker en Domela Nieuwenhuis. Het geheel krijgt kleur door de talloze anecdotes en voorvallen, zoals van een Amster damse vrouw, die haar hondje een bad liet nemen in het Noord-Hollands Kanaal. Zij werd door het beest in het water getrokken, door behulpzame handen uit het water gehaald, kreeg een glaasje water voor de schrik en zei toen op fiere toon: "Nee, dank U. wij zijn Amsterdammers". C.W. Bruinvis (1829-1922) was tot 1870 apotheker te Alkmaar en o.nt. redacteur van de Alkmaarsche Courant tussen 1853 en 1883. Bruinvis was raadslid tussen 1874 en 1899, de laatste 12 jaar tevens wethouder. Van 1900 tot 1917 was hij onbezoldigd gemeentearchivaris. Hij schreef zeker 365 bijdragen, meest over de geschiedenis van Alkmaar en daarbij nog 300 bijdragen voor het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woor denboek. Hieronder Bruinvis' brief van 25 december 1871 als voorbeeld van zijn stijl. Het zou de moeite waard zijn, als alle brieven eens uitgegeven konden worden. "BRIEVEN UIT KENNEMERLAND - II" 25-12-1871 Alkmaar, 25 december 1871 Mei Kerstmis vangen voor ons de zoogenaamde „stille zes weken" aan, dat zijn die, waarin de kaas- en graanmarkten niet gehouden, althans, wat men ook beproefd heeft, öf door de boeren öf door de kooplieden, die elkander toch wederkeerig behoeven, niet bezocht worden. De aangename en voordeelige levendigheid, ons door de markten aangebracht, daalt dan tot hare halve beteekenis en wij krijgen tijd onze jaarbalans op te maken. De landlieden ruimen tegen Kerstmis, wanneer de grondeigenaar zijne huurpenningen wacht, van hunnen voorraad op wat maar redelijken prijs kan maken, op II. Vrijdag 161, 112 ponden (natuurlijk nederlandsche, kilogrammen en dergelike leelijke namen zijn mij te onhollandsch) kaas en 5477 mudden graan. Op kerkelijk gebied heeft hier in de jongste weken nog als wat beroering geheerscht. De beide jongste predikanten der hervormde gemeente, die in rechtzinnige opvatting der leer, bevordering van evangelisatie en bijzonder onderwijs ééns lijn trokken, zijn onderling zóó verdeeld geraakt, dat pogingen tot verbroedering niet hebben kunnen baten en zij thans in afzonderlijke localen, voor hunne respectieve volgelingen, voordrachten houden. Van de israëlitische gemeente valt beter bericht te geven; zij is in de laatste jaren zoozeer toegenomen, dat het kerkbestuur ernstig bedacht is op het bouwen van een grooter bede huis. In gelijke toename van bezoekers, in weerwil der concurrentie van protestantsche en catholieke bijzondere scholen, mag zich de openbare burgerschool verheugen, waarvan de localen zóó gevuld zijn, dat het gemeentebestuur tot vergrooting een naburig perceel heeft aangekocht. Onze Rijks-hoogere-burgerschool, eene prachtige inrichting, is met een zwaar verlies bedreigd geweest, door beroep, naar Deventer, van den leraar in de schei kunde, dr. Boeite wiens gaaf om duidelijk te doceeren en zijne weetenschap zelfs aan stugge geesten mede te deelen, inderdaad bewonderenswaardig is. Gelukkig heeft hij 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1988 | | pagina 15