ALKMAARSE STADSBOERDERIJEN door C.B. Termaat Een stukje familiegeschiedenis doet de vraag opkomen naar het voorkomen van stads- boerderijen in Alkmaar. In 1805 kocht Cornelis Termaat, geboren in Schermerhorn, voor 450-, van Jurriaan Steen, twee naast elkaar gelegen huizen en erven, gelegen aan de noordzijde van de Keizerstraat "belend met Jan Regter Schagen ten oosten en Jan van der Poel ten westen". Huisnummers worden niet vermeld. Het pand van Jan van der Poel werd in 1807 voor 130,- verkocht aan Jacob Kuik. Cornelis was in 1801 getrouwd met een Alkmaars meisje, Antje Pels. In 1803 had hij een huis aan de Laat, dat aan zijn vrouw toebehoorde, voor 105,- verkocht. De huizen die hij kocht waren dus aanzienlijk duurder dan dat van Van der Poel en dat van zijn vrouw. Volgens gegevens van de volkstelling 1830 was Cornelis landbouwer en woonde hij in de Keizerstraat C 300, gezien de geringe lengte van de Keizerstraat eerder een wijk- dan een straatnummer. Het land van Cornelis lag in de Overdiepolder. Heel klein zal het bedrijf niet geweest zijn. want bij de volkstelling 1839 bleek de weduwe Termaat-Pels (Cornelis overleed in 1839) samen te wonen met haar dochter Maartje, haar elfjarige kleinzoon Cornelis. een knecht Jan Prins en een meid Maartje Breed. De jonge Cornelis zal, gezien zijn latere beroep van melkverkoper, misschien ook al hand en spandiensten hebben verricht. Deze Cornelis was de oudste zoon van Barend Cornelis Termaat, in 1805 geboren als zoon van Cornelis Termaat en Antje Pels en in 1827 getrouwd met Adriana Koning. Adriana was Doopsgezind, de Termaten Hervormd. Barend Cornelis stond bij zijn huwelijk te boek als boerenknecht, in 1829 als winkelier, maar in 1839 weer als boer. Hij woont dan Voormeer 172. Antje Pels overlijdt in 1842. Barend neemt dan kennelijk het ouderlijk bedrijf over. In 1845. wanneer zijn jongste zoon Pieter (mijn grootvader) geboren wordt, staat hij te boek als landbouwer, wonende Keizerstraat C 300. Waarschijnlijk werden daarna de huizen opnieuw genummerd. Vol gens een adresboek uit 1876 woont Berend als particulier Keizerstraat C 252, samen met zijn zoon Pieter die melkverkoper is. In hetzelfde jaar wordt een weduwe C. Termaat vermeld, Voormeer 162, als melkverkoopster en winkelierster. Zij zal dan Neeltje Bakker zijn geweest, de weduwe van Barends oudste zoon Cornelis. Hun oudste zoon Bernardus zal later als melkverkoper ook nog in het pand Keizerstraat C 252 wonen (later hernummerd als 6). Barend overleed in 1877, wonende Keizerstraat 250, het tweede pand dat in 1805 werd aangekocht? Pieter verhuisde later naar de Hofstraat 25 waar hij een melkzaak begon. Hij overleed in 1901. Mijn vader was toen bijna vijftien jaar. Zijn grootouders heeft hij niet gekend. Behalve uit de akten is mij noch door mondelinge, noch door schriftelijke overlevering iets bekend over de boerderij-episode van mijn familie. Een aantal jaren geleden zagen wij nog de open plek aan de Keizerstraat waar het bedrijf gestaan moet hebben. Mogelijk is er nog een schuur van over die met de achter zijde aan het Fnidsen grenst. Toen was er nog een luik zichtbaar waardoor misschien hooi naar de zolder was gehesen. Nu is daar een raam. Wij spraken toen nog met de heer Timmer, stoffeerder in de St. Annastraat. Hij herin nerde zich het bedrijf nog. Wij zouden het op prijs stellen nadere gegevens over dit bedrijf en eventuele andere boerenbedrijven binnen de stadsmuren te vernemen. 8

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1988 | | pagina 10