Strafinrichting
Onvrijwillig verblijven in de Hout is ook wonen en dan bedoelen we niet de Hertenkamp
maar de strafinrichting Schutterswei. Ofwel de cellulaire gevangenis, zoals het college
van burgemeester en wethouders de inrichting noemde in hun brief van 16 maart 1881
aan minister A.E.J. Modderman. Dit schrijven was een verzoek voor vestiging van een
gevangenis in Alkmaar. Het was opnieuw burgemeester Archibald Maclaine Pont, die
Den Haag opzocht om Alkmaar landelijke bekendheid te geven. Het ontbrak de burge
meester niet aan daadkracht, want voordat de brief bij de minister arriveerde was de
gementeraad al akkoord met een collegevoorstel een stuk grond gratis beschikbaar tc
stellen aan het Rijk. Volgens Alkmaar was het terrein bij de Israëlitische begraafplaats
aan de Westerweg uitermate geschikt. Het excercietieterrein deed hoofdzakelijk dienst
als voetbalveld en af en toe stapten militairen en schutters er op rond.
Minister
De minister toonde zich bereid Alkmaar als zoveelste keus mee te nemen in zijn bespre
kingen met ambtenaren en Staten Generaal en het aanbod de noodzakelijke grond gratis
te mogen overnemen sprak de bewindvoerder erg aan. Maclaine Pont had midden in
de roos geschoten. Minister Modderman kreeg de Tweede Kamer zover in Alkmaar
een cellulaire gevangenis te bouwen. Niet dat het allemaal geruisloos ging. Er speelde
namelijk ook nog de zaak van een zogenaamde "Gestichtenwet", maar uiteindelijk kreeg
de minister zijn zin en werd het terrein bij notariële akte van 11 juni 1883 aan het Rijk
overgedragen.
Op 9 oktober van dat jaar kreeg aannemer Veenenbos uit Brielle de opdracht voor het
bouwen van een gevangenis voor de som van 78.679.-. Het gebouw zou gelijk wort'«n
aan de gevangenis in Zutphen. In augustus 1886 werd het gebouw in gebruik genomen.
De inrichting was kleiner geworden dan de gemeente had gedacht. Er waren totaal 26
cellen, zodat een groot stuk terrein onbebouwd bleef en dat verdroot de gemeente
Alkmaar. Braak liggende grond was er buiten de Singel voldoende.
Teruggave
In 1886 verzocht de gemeente om teruggave van het stuk onbebouwde grond. De minister
berichtte enkele maanden later dat hij er niet over peinsde de grond aan Alkmaar terug
te geven. Er waren te veel onzekerheden omtrent het wel of niet uitbreiden van de
gevangenis in de toekomst. Het Wetboek van Strafrecht was immers nog kort geleden
in werking getreden. Ervaringen ontbraken nog en Alkmaar moest maar berusten in
het feit dat het rijk eigenaar bleef van de onbebouwde grond achter de gevangenis.
In 1889 besloot minister G.L.M. Ruys van Beerenbroek, tot uitbreiding naar maar liefst
104 cellen, omdat in het ressort van het Gerechtshof van Amsterdam een grote achter
stand in uitvoering van gevangenisstraffen was ontstaan. Een aannemer uit Apeldoorn
mocht de uitbreiding realiseren en in juli 1893 werd Schutterswei opnieuw in gebruik
gesteld. Meneer de officier van justitie stond al te trappelen. Hij had 604 vonnissen
liggen van veroordeelden, die tussen 1 dag en 3 maanden moesten zitten en hij had al
eerder gevraagd wanneer de gevangenen konden komen.
52