LEVEN EN GELEEED WORDEN Wonen en leven in de Alkmaarder Hout, was tot de tweede helft van de vorige eeuw voorbehouden aan enkele stillevende renteniers en tuinders en sinds honderd jaar aan ouderen en gevangenen. Maar laten we beginnen in de 18e eeuw. Koepels Stadstimmerbaas Albert van Panders legde de situatie in 1765 precies vast op kaart. Hij tekende de "Rubempres Houte" met bovenaan de kaart de Westerweg en beide kanten van de Boekenlaan of "Harden Houte", nu Lindenlaan. We tellen dan vijftien koepels en andere optrekjes, die overigens in de Franse tijd weer waren verdwenen. Op de kadastrale kaart van landmeter S.P van Diggelen vinden we later nabij de huidige Lindelaan twaalf opstallen aangegeven. De volgende mensen vonden een huis in de Hout: Huis en tuin nummer 238 op de kaart van Van Diggelen werd bewoond door de werkman Piet de Moor en 239 was de woonstee van koopvrouw Aagje de Moor. Moeder en zoon woonden schijnbaar apart. De werkman Jan Pool woonde op 241 en vervolgens was er de zilversmid Van Leeuwen. Koekbakker A. van de Velde bezat huize "Bosch tot vermaak" en daarnaast was "Tuin tot vermaak", waarin pastoor Johan- nes van Betgen leefde. Tuinder Frans Rodes had een huis met schuren en moestuinen. Erfpacht Een aantal van de warmoeziers- en pleziertuinen met koepels, stond op erfpachtgrond. Dit hield in dat de bewoners jaarlijks een erfpachtsom aan canon verschuldigd waren aan de gemeente. De gemeentelijke administratie was echter niet optimaal ingesteld op erfpachtinneming. Slordigheid en vervolgens optredende wanbetaling, inclusief ontwaar ding van het geld en verjaring van het erfpachtrecht waren de oorzaak dat de pachters uiteindelijk ook eigenaar van de grond werden. In een erfpachtcontract van 1809 werd ene Jan Rubemprees genoemd en vermeld dat een rentmeester belast werd met de administratie voor Rubempree. De Kraakmantuinen zijn vele jaren achtereen in het nieuws geweest. Door uitbreiding van het Medisch Centrum Alkmaar, ontstonden plannen de tuinen te veranderen in parkeerplaatsen voor auto's en de omwonenden accepteren dat nog steeds niet. De oorsprong van deze tuinderijen dateert uit 1609, toen de blekerijen aldaar uitgegeven worden voor tuinen. Op de kaart van Panders zien we de tuinen duidelijk liggen. Het gebied was toen veel groter en op de huidige stadsplattegrond van de stad is de oude struktuur nog duidelijk waarneembaar. In de loop van de tijd werden er stuk voor stuk woningen gebouwd en het resultaat daarvan is een variatie in bebouwing, zoals die nu nog voorkomt langs Lindenlaan en zijstraten. 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1987 | | pagina 45