Muziektuin "Het zingt in ons dat wij met gemeenschappelijke krachten en energie ons geliefd Akmaar hebben kunnen vereren met het muziekpark, dat aan onze voeten ligt." Aldus een jubelvolle zin uit de redevoering die op 6 mei 1923 bij de opening van de Muziektuin werd gesproken door wethouder Leesberg. De wethouder van financien sprak zinnen als op vleugels gedragen om maar duidelijk te maken dat de stad eindelijk haar culturele verzamelplaats bezat. Het Sportpark was vier jaar eerder geopend en groeide en bloeide en De Muziektuin zou spoedig volgen. Het Stedelijk Muziekkorps bestond toch al een halve eeuw en de dirigent bezwoer de gemeente wekelijks in de muzieknis te spelen. Het volk zou toestro men, daar was men overtuigd. De tamboers en blazers van het korps zouden daar voor zorgen. Burgemeester Burgemeester Wendelaar was ook een gelukkig man en dankte bij de opening van de Muziektuin de vele krachten, die hadden gepresteerd om in een periode van twee maanden de oude Buitensociëteit om te bouwen tot een openluchtmuziekdomein van de eerste orde. De raadsvoorzitter ging zover, dat hij de Muziektuin promoveerde tot Neerlands fraaiste buitengebeuren. "En het Stedelijk Muziekkorps heeft geen last meer van regen en wind. De leden zullen de kragen niet meer hoeven opsteken in de voormalige tent hier even verder." Aldus Wendelaar in zijn redevoering tijdens de opening op die eerste zondag van de maand mei in het jaar 1923. Burgemeester W. C. Wendelaar opende in mei 1923 de Muziektuin. 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1987 | | pagina 21