Buitensocieteit met links en rechts de luifels.
Elitair
De Buitensociëteit ging een periode van bloei tegemoet. Maar ook het verval naderde
snel. Natuurlijk deed de horeca-exploitant uitermate goed zijn best. Hij had immers i
alle belang bij een goede nering en als het goed weer was in de zomer, zat het terras
vaak vol. Maar het elitaire karakter deed de sociëteit de das om, gesteund door te veel
regenachtige zomers. In de plaatselijke kranten werd veel aandacht besteed aan de
mogelijkheid tot passieve recreatie op de waranda's onder vijf meter brede luifels of
gewoon binnen.
Maar kritiek ontbrak niet. We citeren een journalist in de Alkmaarsche Courant: „Van
waar de geringe belangstelling? Bedriegen wij ons niet, dan ligt het antwoord voor de
hand. De Buitensociëteit is niet populair. Zij kan gelijk als Tijl Uilenspiegel zeggen:
"De menschen hebben het land aan mij, maar ik heb het er ook naar gemaakt." De
sociëteit is nog altijd precies dezelfde als voor dertig jaar. De tijden veranderen maar
de sociteit niet. Aan de zomertent werd een enkele maal een timmerman bezig gezien,
maar van verfraaïng bespeurde men weinig. Dezelfde leden aandeelhouders die dertig
jaar lang voorrechten genoten en geen contributie betalen, hebben het nog steeds voor
het zeggen. Zij die trouw vijf gulden contributie per jaar betalen, hebben niet de geringste
invloed op de gang van zaken. Zij mogen slechts buiten de afgezette ruimte naar muziek
luisteren. De Buitensociëiteit heeft niet gedeeld in de algemene vooruitgang." De meer
derheid van het Alkmaarse volk kwam niet naar de Hout.
18