DE ERFPACHT VAN DE DOBBELAERSWEIJDE, AFKOMSTIG VAN HET JONGE BAGIJNHOF TE ALKMAAR, ALS STUDIEBEURS door J.P.Geus Na de reformatie werden de bezittingen van de vroegere kloosters door de nieuwe overheid grotendeels verbeurd verklaard. Het kwam ook voor dat een gedeelte van het kloosterbezit aan een gereformeerde kerk nadere of charitatieve instelling werd overge dragen. Verder kon het gebeuren dat een bepaalde opbrengst werd bestemd tot bevor dering van de studie in de theologie. Van dit laatste vinden we een voorbeeld in de rekeningen van de rentmeester van de Vroonlanden bij Alkmaar. In 1575 vermeldt deze rentmeester de ontvangst van 70 pond, betaald door de Alkmaarse burgemeester Claes Harcxz, terzake van de door hem in erfpacht verkregen Dobbelaersweijde, groot 9 morgen en 51 roeden, liggende ten zuidwesten van de stad Alkmaar en afkomstig van de Jonge Bagijnen aldaar (1). Deze post komt daarna ieder jaar terug en het bedrag van 70 pond wordt na het overlijden van Claes Harcksz tot ten minste 1686 betaald door zijn, niet met name genoemde, erfgenamen. Daarna zijn de rekeningen tot 1700 niet aanwezig en in 1700 wordt de erfpacht betaald door Mr. Pieter Velthuijs, Dieuwertje Portij en het Weeshuis der stad Alkmaar. Op 13 maart 1724 werd genoemde Dobbelaers weijde door de Staten van Holland voor 2075,- aan laatstgenoemde erfpachters ver kocht (2). De ligging van de Dobbelaersweijde Blijkens de inschrijving in 1575, waarbij de rentmeester van de Vroonlanden de eerste ontvangst van de erfpacht vermeldt, lag de Dobbelaersweijde, afkomstig van de Jonge Bagijnen te Alkmaar, ten zuidwesten van de stad. In het stadsarchief van Alkmaar zijn twee charters bewaard gebleven waarbij in 1624 en 1625 ten behoeve van de nieuwe "plantagie" door de stad Alkmaar land werd aangekocht grenzend aan de "Vriessewech" en de "croft van de Dobbelaersweijt"(3). Deze "Vriessewech" is dezelfde als de huidige Westerweg en met de nieuwe "plantagie" is een deel van de tegenwoordige Alkmaarse hout bedoeld. In het archief van het Burgerweeshuis is in een kaartboek een in april 1652 door Cornelis Claesz Bommer getekende kaart aanwezig van een gedeelte van de "Dobbelaerswaijdt" gelegen in de ban van Alkmaar, in de Kijffpolder. Het land op dit kaartje wordt ten oosten begrensd door de eerder genoemde Vriessewech en ten westen door de ringsloot van de Egmondermeer (4). Het op de kaart voorgestelde gedeelte van de "Dobbelaerswaijdt" heeft een oppervlakte van 1 morgen373 roeden en 6 voeten Deze oppervlakte is dus niet gelijk aan die van de Dobbelaersweijde afkomstig van het Jonge Bagijnhof, die een oppervlakte van 9 morgen en 51 roeden heeft gehad. Het is echter wel mogelijk dat dit het gedeelte van de Dobbelaersweijde was waarover later de erfpacht door het weeshuis werd betaald en dat Adrijaen Coetenburgh en de erfge namen van Gielisjen Franssen, die in de belendende percelen zijn vermeld, de erfopvol gers van de oorspronkelijk erfpachter, Claes Harcks. zijn geweest. De landnaam en de ligging komen in ieder geval overeen met de omschrijving van de rentmeester. 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1987 | | pagina 16