Aan de beul werden magische krachten toegeschreven, die hem in staat zouden stellen
mensen te genezen: iemand die leven kan nemen, kan ook leven geven; iemand die kan
doden, kan ook genezen. Interessant is de vergelijking van Van Andel van de beul met
de tovenaar of medicijnman bij primitieve volken, die eveneens rampen over zijn mede
mens kan uitstorten, alsmede hem daarvan kan verlossen. De voorstelling, aldus Van
Andel, dat hij die wonden slaat ook kan genezen, is in het onderbewustzijn van het
volk blijven hangen en voortgezet in het vertrouwen in de beul als genezer (8). Bovendien
had de beul door zijn werk kennis opgebouwd van de anatomie van het menselijk lichaam
en als chirurgijn kwam hem dat goed van pas. De Witt Huberts lijkt echter wel wat ver
te gaan in zijn bewering, dat de beulen in de anatomie beter thuis waren dan de dokters
(9). Feit is, dat er groot vertrouwen was in de geneeskrachtige vaardigheden van de
beul. In een vroeg-negentiende eeuwse rijm heette het:
"Dat niemand voor een heup of beenbreuk beter is
Dan wel de beul, zulk is reeds zonneklaar bewezen.
Want onze domné zelf heeft hem ons aangeprezen.
De beul, zegt hij, slaat nooit een arm- of beenlid mis
En kan hetzelve dus ook het beste weer genezen." (10).
In de aan de beul toegeschreven magische krachten zou de verklaring gezocht kunnen
worden van de wens om hem een hand te geven. In dit gebaar gaat meer schuil dan
kennismaking alleen; de diepere achtergrond is het doorgeven van positieve krachten,
zoals dat bijvoorbeeld heel sterk tot uiting komt in het zegenen of bij de handoplegging
ter genezing van zieken. Misschien ligt hierin de sleutel tot de handen schuddende beul:
de hand van de beul zou kracht kunnen schenken en ziekte kunnen genezen of voorko
men.
1) C.W. Bruinvis, 'Uit Alkmaar's verleden. Schavotstraffen'Alkmaarsche Courant
1913, nr. 207. Idem, De gevangenissen inzonderheid het tuchthuis te Alkmaar (Alk
maar 1908) 26, 27.
2) H. G. Jelgersma, Galgebergen en galgevelden in West- en Midden Nederland (Zutphen
1978) 45, 46.
3) Bruinvis, Schavotstraffen.
4) Een oud-Alkmaarder wordt morgen 100 jaar, Alkmaarsche Courant 28 november
1936 (vriendelijke mededeling Hans Koolwijk).
5) Fr. de Witt Huberts, De beul en z'n werk (Amsterdam 1937) 127, 131, 132, 134.
6) A. Blok, 'Openbare strafvoltrekkingen als rites de passage', Tijdschrift voor Geschie
denis 97 (1984), 477.
7) C.J. Gonnet, De meester van den scherpen zwaar de te Haarlem. Bijdrage tot de
geschiedenis der lijfstraffelijke rechtspleging (Haarlem 1917). Blok, openbare strafvol
trekkingen.
8) M.A. van Andel, 'Onze collega de beul', Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde
1925, 2100-2108, aldaar 2108.
9) De Witt Huberts, De beul, 177.
10) Gecit. door M.A. van Andel, Chirurgijns, vrije meesters, beunhazen en kwakzalvers,
De chirurgijnsgilden en depractijk der heelkunde (1400-1800) (Amsterdam 1941) 170.
11