,fe ..-■
- -ft"' j^ff *■'-r~:
XX-X* ^X^X'-
r*zr .- :r
-
Alkmaar had, evenals andere steden in Holland, geen eigen beul in dienst. Onze stad
maakte gebruik van de beul van het Hof van Holland, die zijn standplaats had in
Haarlem. Van daaruit reisde hij naar de andere steden om te executeren. De avond
voor de terechtstelling arriveerde de beul met een of twee knechten uit Haarlem en
nam zijn intrek in de herberg 'Het Wapen van Munster' aan het Verdronkenoord.
Bruinvis schreef daarover: "Er waren steeds liefhebbers om daar den beul te bezoeken
en den hand te geven." Deze zinsnede intrigeerde mij en deed mij besluiten dit artikel
te schrijven. Waarom vertoonden mensen dit bizarre gedrag en voelden ze zich aange
trokken tot deze persoon? In een artikel schrijft de antropoloog A. Blok, dat gewone
stervelingen juist ieder contact met de scherprechter trachtten te vermijden (6). Blijkbaar
ging dat echter niet voor iedereen op. Op het eerste gezicht kan dit gedrag verklaard
worden uit een zucht naar sensatie. Net zo goed als het spannend was een executie bij
te wonen, was het dit ook om de man te ontmoeten, die dit verschrikkelijke werk moest
uitvoeren. Deze gedragsuiting zou erop kunnen wijzen, dat mensen zich juist aangetrok
ken voelen tot datgene waar ze bang voor zijn (dood, executie, beul, begraafplaats,
e.d.). In deze handschudding kan dit element zeker herkend worden, maar als verklaring
daarvan is het niet afdoende. Daarvoor moeten we de positie van de beul in de pre-indus-
tiële samenleving onder de loep nemen. Evenals elders in Europa oefende de beul in
de Nederlanden het beroep uit van chirurgijn (7).
9