De poffertjeskraam werd aangevoerd
Vanaf een schip, bij de Hofstraatbrug gelegen
Met mankracht duwend naar de brug
Wat zal daar voor zweet door zijn verkregen
En zaterdagavond wie was er present
Het Leger des Heils met gezangen
Met tamboerijnen en kopergeschal
Wij als buurjongens keken toe, met blozende wangen
Gedanst is er op de Steenenbrug
Rond het orgel van onze Bram de Wilde
Dat was november 1918, de oorlog was voorbij
De oorlog waar de wereld van rilde
799