EEN LEEUWARDENSE IN ALKMAAR:
CORNELIA HENDRIKA DE LANGE-TIGLER WIJBRANDT
door P.W. de Lange
Cornelia was een merkwaardige vrouw.
In praktisch alle opzichten een gewone
huisvrouw. Maar toch. Ze was een doch
ter uit een tweede huwelijk van een
ondernemend en welvarend koopman
met een groot gezin. Er waren zeven kin
deren uit het eerste huwelijk, van wie de
oudste broer wat leeftijd betreft, haar
vader had kunnen zijn. Uit een tweede
huwelijk waren drie kinderen, van wie
Cornelia de oudste was.
Ze ontving voor een meisje uit die tijd
een verzorgde opvoeding. Volgde de
lagere school en daarna onderwijs aan
een uitstekende middelbare school en
haalde later eerst een algemene lagere
akte en vervolgens enkele lo-akten in de
moderne talen. Bovendien speelde ze
niet onverdienstelijk piano.
Cornelia Hendrika Tigler Wijbrandt
trouwde in 1886 met de jeugdige zeepzie
der Pieter de Lange, die ter voltooiing
van zijn vakkennis enkele jaren stage had
gelopen in een bedrijf in Berlijn. Uit dit
huwelijk zijn in 1887, 1890 en 1895 drie
kinderen geboren, van wie de schrijver
dezes de oudste was.
Alkmaar was Cornelia niet vreemd. Haar
schoonmoeder was ook een Leeuwar
dense en ze had er al enige keren gelo
geerd. Maar het sociale milieu was er wel
heel anders dan in haar geboorteplaats.
In beide steden bestonden standenver-
schillen, maar hoewel Alkmaar geen pro
vincie hoofdstad was, met alles wat daar
bij hoort, en de adel -zo ze er voorkwam-
veel minder talrijk was, waren de tegen
stellingen er veel meer dan in Leeuwar
den.
Dit zal ongetwijfeld te maken hebben
gehad met verschillen in aard tussen Frie
zen en Noordhollanders. Volgens mijn
jeugdherinneringen was Leeuwarden
een gezellige stad, waar iedereen als het
zo uit kwam bereid en in staat was met
iedereen te praten. In Alkmaar daaren
tegen, bemoeide ieder zich met zijn eigen
stadgenoten. Deze indruk is wellicht
mede beinvloed door het feit.dat mijn
friese oom en tante relatief meer
extroverte personen telden dan mijn Alk-
maarse.
De verhuizing van Leeuwarden naar
Alkmaar moet mijn moeder veel teleur
stellingen bezorgd hebben. Ze heeft zich
nietemin moreel staande weten te hou
den, ondermeer dankzij een geregelde
en uitvoerige correspondentie. In de eer
ste plaats met haar moeder en enige zus
ter IJp, maar ook met vele anderen.
Mettertijd is zij zich ook voor het plaat
selijk maatschappelijke leven gaan in
teresseren, waarin zij geruime tijd een
stuwende kracht is geweest. Ook dat
spiegelt zich af in de aan haar gerichtte
brieven. Typerend in dit verband is het
feit, dat Elie Prins, hoewel veel jonger
als zij, in de Alkmaarse herinneringen in
het jongste nummer van deze periodiek,
haar met waardering genoemd heeft.
Nu wil het toeval dat een groot deel van
haar brieven bewaard is gebleven en
onlangs tevoorschijn is gekomen. Bij
elkaar enige duizenden. Nijvere handen
hebben een al deel chronologisch gerang
schikt. Ik ben doende dat te voltooien
en dit materiaal ook verder toegangkelijk
te maken. Bovendien is er nog meer
bewaard.
Van diploma's, balboekjes en menu's tot
huishoudboeken, waarin allerlei aante
keningen omtrent haar ervaringen.
Ongetwijfeld bevat al dit materiaal een
schat aan gegevens, die van belang zijn
voor de kennis van de Alkmaarse historie
in het algemeen, maar ook omtrent haar
activiteiten in het bijzonder. Het ligt voor
de hand dat het best op zijn plaats is in
het Alkmaarse gemeentearchief. Maar
het lijkt de vraag of iets van dergelijke
omvang, maar van zo zeer gespeciali
seerd aardaanvaard zal kunnen worden
Intussen is dit punt nog niet aan de orde.
Voorlopig hoop ik de verzameling verder
toegangkelijk te maken, naar ik hoop
met begeleiding vanuit het Alkmaarse
archief, om daarna tenminste de oudste
stukken -de tijd van mijn jeugd- te bestu
deren. Mijn eigen herinneringen zullen
eventuele lacunes kunnen aanvullen en
onduidelijkheden verklaren.
795