1. De historische schoonheid van Alkmaar en omgeving
te beschermen en voor het nageslacht te bewaren.
2. De studie der plaatselijke geschiedenis aan te
moedigen.
Adjunct-secretaris mr.J.Belonje. Ere-voorzitter
Burgemeester W.C.Wendelaar. Voor het werven van leden zou
een lezing worden gehouden. Het sloeg niet erg aan.
Maximaal 50 leden, afnemend tot circa dertig in 1940. Een
elitair clubje. Conform de eerste doelstelling de nadruk
toch wel sterk op monumentenbehoud gericht.
De eerste actie strekte tot behoud van het oude
Stadsziekenhuis, zonder succes. In 1930 werd het
afgebroken nadat de Rijkscommissie van de Monumentenzorg
verklaard had dat de gebouwen geen bijzondere monumentale
waarde hadden. Er stond tegenover dat in dat jaar ons pand
aan de Sint Annastraat werd gekocht. Er werd 8000 gulden
geïnvesteerd, waarvoor het Rijk 1000 gulden subsidie gaf.
Toen het in.1936 leeg kwam te staan moesten de
bestuursleden persoonlijk zorgen voor rente en aflossing.
Misschien toch beter dat zo'n pand bij een vertrouwde
organisatie wordt ondergebracht. Een verzoek om subidie
werd door de gemeenteraad in 1930 met één stem verschil
afgewezen. Magere jaren breken aan waarin heel weinig
gebeurt. In 1937 een plan van middenstandsorganisaties om
het Verdronkenoord te deirpen en de Kapelsteeg en
Huigbrouwerstraat te verbreden. Economische belangen
moesten zwaarder wegen dan stedeschoon werd toen gezegd.
Het zou niet de laatste keer zijn. Het ging niet door.
De oorlogsjaren brachten vooreerst geen verandering.
Vanaf eind 1942 volgt er een opleving. In 1943 de eerste
Pinksterdrietocht naar Enkhuizen. Er is meer bemoeienis
met eigenaren van historische panden. Ook de
stadswandelingen beginnnen dat jaar. Het ledental neemt
toe van 95 in 1943 tot 330 in 1945. Ongtwijfeld een gevolg
van de door de oorlog opgeroepen chauvinistische gevoelens
en het verbod van alle andere sociale activiteiten in die
jaren. Door het overlijden van de heer De Lange in maart
1945 werd de heer Ringers min of meer contre-coeur
voorzitter vanaf 7 mei 1945.