tijd in ons land geslagen, muntjes in 1823 inderdaad onder de puinhopen van de afgebrande Sint Pauluskerk in Rome gevonden .Wellicht dat studie aan de hand van toltarieven en accijnzen meer informatie over de koopkracht in die dagen zal opleveren, zodat ook aan het voorgaande de nodige conclusies ontleend kunnen worden. Overigens is het niet ondenkbaar dat er een samenhang bestaat tussen tol en de vestiging van een muntatelier.zo hing vermoedelijk de munt van de graaf van Holland, later gevestigd te Dordercht, samen met de verwerving van de tol in Geervliet door Dirk VI in 1179.Misschien is er ook een dergelijke relatie tussen tol en eventuele muntslag in Egmond denkbaar.Uitgaaande van de hiervoor geargumenteerde gissing dat een Alkmaarse middenstander voor de Egmondse abdij munten sloeg, dan blijken daar, ondanks het feit dat de 13e eeuw een zeer muntarme eeuw was, heel wat muntjes voor in aanmerking te konen. Naast vele zo goed als onherkenbare Friese muntjes zijn er een groot aantal geheel anonieme munten geslagen, die worden beschouwd als de oudste munten van de graven van Holland en Gelre.Ook de in Avendorp bij Schagen gevonden munten zijn anoniem.Het zijn kleine en zeer lichte penningen - de goede exerrplaren waren gemiddeld 0,34 gram - die cp de voorzijde een bisschop, herkenbaar aan tonsuur en kromstaf, laten zien, terwijl de keerzijde een kruis toont.Verder ontbreekt ieder leesbaar opschrift. Scholten vermeldt dat hij een muntje uit deze vondst heeft gezien - niet in het bezit van het Koninklijk Penningkabinet - dat de schriftresten ...hID had, waarop hij vervolgens de conclusie Een "denier" of penning zoals gevonden bij Schagen. 747

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1986 | | pagina 21