Fredrik Hendrik Ringers, staande in het midden, als
president-brandmeester van het brandweerkorps
"Burgerplicht"
De functie van rapporteur bij "Liefdadigheid naar Vermogen" was
debet aan zijn benoeming in 1906 tot lid van de Voogdijraad,
waarin Ringers tweemaal is herbenoemd.
Ringers was in 1911 door een groep burgers in twee districten tot
raadslid gekozen voor de Christelijk Historische Partij. De eerste
jaren van zijn raardslidmaatschap gingen niet over rozen.
Partijzucht en naijver zorgden ervoor dat hij in geen enkele
adviescommissie werd gekozen, naar toen de heren O.J.Verkerk en
J.Cloeck hiervan in het openbaar melding maakten, was het snel
bekeken. Plantsoenen, openbare werken en het marktwezen kregen
daarna zijn aandacht in de conmissies.
Een vereniging waaraan F.H.Ringers zeer gehecht was is de 8
October Vereeniging "Alkmaar Ontzet". Van 1909 tot 1920 was hij
voorzitter van de ontzetvereniging en zijn liefde voor de
ontzetvereniging worden we gewaar als we Ringers aan het woord
laten in 1919:
740
741