over sport spraken. De kranten gaven nog niet die uitvoerige berichten over sport en daarom werd bij Van Dijk uitvoerig gesproken over de verrichtingen van Alcmaria Victrix maar ook van Feijenoord. Tegenover De Frenne was een winkel waar mijn moeder uitsluitend kwam als ze mooie en waardevolle geschenken wilde kopen. Het was niet een zaak waar een kind of jongeman zomaar in kon gaan. Het was de winkel van mejuffrouw Aghina en de naam zegt het al, ze was van Italiaanse afkomst. De winkel, van binnen en van buiten, was in zwart-witte kleuren geschilderd en ze verkocht daar gouden en zilveren voorwerpen en vele unieke andere voorwerpen, die van over de hele wereld kwamen en één ding gemeen hadden: ze waren allen kunstig gewrocht en heel mooi. Overal stonden kleine en grote tafels en lagen kettingen, ringen, schaaltjes, Chinese en Japanse voorwerpen en bijvoorbeeld Goudse vazen maar ook Sint Lucasvazen die in Utrecht werden gemaakt. De Aghinas waren al in de tachtiger jaren van de vorige eeuw naar Alkmaar gekomen, maar in mijn jeugd werd de zaak geleid door één van de dochters. Er waren er drie, een tweede was onderwijzeres, en een derde was met de heer Liesonne getrouwd, die een grutterij hadden op de hoek van de Laat en de Ridderstraat waar nu Vroom en Dreesman is gevestigd. De derde dochter leidde dus de winkel die later zou worden verbouwd voor een filiaal van De Gruyter. Naast haar was de heer Vlaanderen gevestigd, die van zijn gesloten huis aan de Oudegracht naar de Langestraat was verhuisd omdat fotografie meer algemeen werd en hij naast studiowerk ook een fotowinkel wilde. Deze zaak groeide uit tot de Flandriawinkels van thans. Ik ben er zeker van dat veel lezers zich de heer Vlaande ren nog kunnen herinneren. Vlaanderen was een uitstekende fotografie familie, maar ook de heer Van der Aa maakte furore in de Langestraat. Hij woonde even verder in een gesloten huis en had in de tuin een buitengewoon fraaie studio, waar ondermeer portretfoto's werden gemaakt. Er zijn daar veel foto's van ons gemaakt. De heer Van der Aa kwam uit Den Haag en hij was werkelijk een figuur die zo uit de boeken van Louis Couperus gestapt kon zijn. Omdat wij bevriend waren met Van der Aa zijn er veel foto 's van ons gemaakt. Op de hoek van de Langestraat en het Payglop was de winkel van de heer Lutterot. Het was een goud- en zilverwinkel en als ik aan de heer Lutterot terugdenk, dan komt mij een heel kleine man voor de geest die zeer vriendelijk was en voor mij de vader van de Alkmaarse sport is. Ondanks zijn vriendelijkheid klonk sterke wil door in zijn spreken. Ik heb zijn zoon nog gekend, die een uitstekende onderwijzer was. Bij kapper Bijloos ben ik nooit binnen geweest, want er werd mij altijd verteld dat het een veel te dure kapper was om jongenshaar te knippen. Mijn grootvader ging er wel altijd heen. Het was een zaak die van buiten verbouwd was tot een soort nieuwe Jugend-stil met groen en witte glazuurstenen en een portiekje. Naast Bijloos lag het huis van de familie Pekelharing, oorspronkelijk handelend in goud en zilver en dat vanuit een gesloten huis uit doende. Ik heb alleen de weduwe Nierop gekend met haar dochters. Dat huis is het laatste huis in de Langestraat geweest dat helemaal door een familie bewoond is geweest. Het huisje dat daarop volgde was klein en aan Van Gend Loos verhuurd en ik denk dat dat één van de aanleidingen is geworden dat men maatregelen moest nemen om de straat te beschermen. Het was een leeg huis, waarvan de voordeur open stond en in de voorkamer zat een vriendelijk mannetje achter een schrijf bureautje, die pakjes uitdeelde en in ontvangst nam. Dit heeft tot omstreeks 1920 704

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1985 | | pagina 14