l
straat in de twintiger jaren; denk ik aan een imposante hoofdstraat van een kleine
stad, waar de mensen kalm leefden of het nu in gesloten huizen was of in winkels.
Naast de mensen was het beeld van de straat nog heel aantrekkelijk en als ik vanaf
mijn ouderlijk huis aan de Bierkade via de Stenenbrug, met z 'n prachtige vierarmige
lantaarn, in de Langestraat kwam had de straat iets heel voornaams. Hardstenen
stoepen met smeedijzeren hekken, die weer afgezet waren met kettingen, dat is het
beeld van de Langestraat dat ik mij voor de geest kan halen. Vergeet ook niet de
spionnetjes aan de ramen, waardoor je in de kamer gezeten precies kon zien wie in
de straat liep en voor de deur stond als er aangebeld werd. Wat ik wil zeggen is, dat
de huizen en winkels het karakter weerspiegelden van de individuele bewoners.
Het gedeelte van de Stenenbrug tot de Achterstraat was al heel vroeg bijna gevuld
met winkelpanden maar het vreemde is in mijn herinnering, dat men helemaal het
gevoel niet had dat de winkelpanden niet pasten in het totale straatbeeld. Men
winkelde in 1925 ook nog op een knusse manier of de etalageramen nu groot waren
of klein.
Treffend is het ook dat zich in de Langestraat niet, zoals wel op de Laat, grote
warenhuizen vestigden. Op de Laat had je Cloeck en Bervoets en later Vroom en
Dreesman, terwijl de Langestraat nog geen grote winkels kende. Het eerste grote
winkelpand was het Alkmaars Warenhuis dat eerst een winkel van galanterieën was
van de heer H. Jansen, die het toen verbouwde met een achteruitgang in de Achter
straat en er het Alkmaars Warenhuis van maakte. Later zou Heuseveldt het pand
gaan bewinkelen. Een tweede huis dat uitgebreid werd was dat van de firma Meijer,
een winkel in manufacturen zoals dat officieel heette, tegenover het warenhuis. Het
700