van Henry Baudouin, ridder van het Keizerrijk, Chef d'Escadron, ter voldoening aan de bepalingen neergelegd in het Keizerlijk Decreet, gegeven te St.Cloud op 28 september 1810, als zijn algemeen gevol machtigde aan te stellen Monsieur Pierre Certain, woonachtig te Parijs in de rue St.Croix no.10. De andere acte hield in een comparitie van "Monsieur Ie Chevalier Henry Baudouin, Chef d'Escadron, Aide de Camp du Cénéral Maison, actuellement en garnison dans cette ville (Alkmaar)". Deze officier verstrekte daarbij volmacht op zijn broeder Toussaint te Parijs om het hem toekomende erfdeel in bezit te nemen, herkomstig van hun beider overleden moeder Marie Marguérite Boudier, weduwe Louis Baudouin, die op 31 januari 1810 overleden was te Epinai-sur-Seine(Seine)Als getuigen fungeerden in dit geval "Nicolas Joseph Maison Baron de l'Empire, Cénéral de Brigade" en Pierre Char- rière, ridder, "capitaine, aide de camp." Bepaald opmerkelijk is het in dit geval, dat de moeder van de adjudant stierf in de geboorteplaats van de generaal. Maison's voorkeur voor Baudouin is dus stellig te verklaren uit de omstandigheid, dat beiden uit dezelfde plaats herkom stig waren! 4.) Op 10 juni 1811 was de huisvesting nog steeds niet geregeld, want uit een brief van die datum bewaard onder de stukken van de mairie, blijkt dat voor de illustere bewoner toen te koop werden aangeboden het huis van Mevrouw de Weduwe Kloek op de Oude Vest en ook dat van Baron Du Tour tezamen met een buurhuis voor 15.000.- Of ondanks alle strubbelingen generaal Maison toch nog een geschikte woning heeft kunnen vinden, vertelt de geschiedenis niet, maar wel weten wij blijkens de "Missives" van 5 augustus 1811, dat hij zich op 5 augustus 1811 in onze stad bevond. Niet lang daarna moet de hoge gast toch Alkmaar de rug hebben toe gekeerd, aangezien bekend is, dat hij bij de omvangrijke parades, die op 7 oktober 1811 in de Utrechtse Maliebaan en op de 8e daarna in "de Kamp van Zeist" voor Keizer Napoleon met Keizerin Marie- Louise gehouden zijn. Maison paradeerde er met vijf Infanterie-Regi- menten. 5.) En zijn afwezigheid uit Alkmaar wordt bevestigd door het feit, dat zijn Chef van de Generale Stad Théodor de Contamine uit naam van de Divisie-generaal Graaf Molitor reeds op 12 oktober 1811 aan de Maire van Alkmaar bekend heeft gemaakt, dat ingevolge order van Z.M.de Keizer de brigade-generaal Amey als Maison's opvolger zich aanstonds naar Alkmaar moest begeven om daar over het mili taire arrondissement het commando op zich te nemen. 6.) Elke betrekking tussen Maison en de stad Alkmaar was hiermee ge ëindigd, terwijl vervolgens voor hem een al even eervolle militaire carrière te wachten stond, eerst door zijn deelname aan de "Tocht naar Rusland"(o.a. Polotsk en de Beresina) toen door de uiterst zware veldtocht door Saxen (Lützen, Bautzen, de Katzbach en Leipzig!) Tenslotte was hij het, die als allerlaatste voor Napoleon zich weerde om uit de zuidelijke Nederlanden de aandringende Geallieerden tegen te hou den. Eer hij op 13 februari 1840 te Parijs overleed had de toen tot Graaf verheven Maison zich weer voor zijn vaderland op ander gebied n.l. als ambassadeur en later als minister van Oorlog op voorbeeldige wijze nuttig gemaakt. 688

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1985 | | pagina 23