Generaal Maison als inwoner van Alkmaar
door mr.J. Belonje
Na de invasie van de Engelsen en Russen in Hollands Noorderkwartier
van 1 7 9 9, een expeditie, die door vergelijk tussen de oorlogvoerende
partijen eindigen kon, bleef bij de Fransen en een groot deel van de
"Bataven" (zoals de Nederlanders zich destijds noemden) de verwachting
bestaan, dat de Engelsen een inval op Europa's vasteland zouden willen
herhalen. Juist in verband met deze toekomst-verwachting is Keizer
Napoleon er bij voortduring op uit geweest om het gebied der Bataafse
Republiek op allerlei plaatsen, die militair gesproken, als "zwak" aange
merkt konden worden verdedigings-werken aan te leggen en tal van
soldaten in garnizoenen op te nemen.
Zo was zeker de betekenis van de stad Alkmaar ten tijde van de inval
van 1799 reeds, als centrale plaats van tegenstand aan de Fransen niet
ontgaan. In 1811 toen door de Keizer de eerste voorbereidingen werden
getroffen tot de "Tocht naar Rusland" lag het stellig in de verwachting,
dat de Engelsen de sprong opnieuw zouden wagen. Het mag daarom vol
strekt geen wonder heten, dat hij behalve naar andere militaire voorzie
ningen, zocht naar een in alle opzichten bekwame generaal voor wie in
het Noorderkwartier vanzelf als standplaats Alkmaar uitgekozen werd.
De aangewezene werd de Generaal Maison, Nicolas-Joseph, naderhand
baron, graaf, markies, ambassadeur en maarschalk van Frankrijk. Hij
was geboren te Epinay-sur-Seine (Seine) op 19 december 1771 en over
leed te Parijs de 13e februari 1840. Zijn ouders waren kleine boeren,
die hun zoon als jongeman voor de handel bestemden, voor welk doel
zij hem onderwijs lieten volgen. Hun jongen werd evenwel in 1792 als
het ware gegrepen door het enthousiasme voor de verdediging van de
bedreigde franse grenzen, dat hij met velen deelde. Zonder enig over
leg met zijn ouders nam hij als aanvoerder van de meesten zijner jonge
dorpsgenoten dienst en na de allereerste veldtocht, die hij meemaakte,
bracht hij het al tot kapitein. Bij Jemappes wist hij zo, zijn door de
vijand ingesloten bataljon te hergroeperen en in persoon het vaandel
te redden. Na aan doorgemaakte politieke tegenslag kon hij eerst na
verloop van twee jaar opnieuw als vrijwilliger in dienst aanvaard worden.
Hij onderscheide zich toen aanstonds opnieuw in de slag bij Fleurus.
Maar toen hij vervolgens tijdens de verovering ener redoute bij Mau-
beuge door verschillende sabelhouwen was gewond, bleef hij voor dood
op het slagveld liggen in de aanval op de berg Parisel vóór de stad
Bergen of Mons in Henegouwen. Bij de verovering ener Batterij bij
Ehrenbreitstein liep hij een schotwond in zijn arm op, maar werd toen
gelukkig als kapitein hersteld. Maison was het, die het Franse succes
van de overtocht over de Rijn voltooide door aan het hoofd van een
kolonne grenadiers de brug van Limburg aan de Lahn te nemen, of
schoon hij daarbij zozeer onder vuur kwam, dat hij gedurende maanden
lang niet meer kon zien. Nog steeds bloedend en nagenoeg blind werd
hij voor het front van zijn regiment gehaald om zijn benoeming tot
"chef-de-bataillion" te horen proclameren. De campagne van Bernadotte
686