Naast de kaartboeken zijn in de archieven ook veel losse zogenoemde
pre-kadastrale kaarten te vinden. (19) Met name in de 16e eeuw gingen
de landmeters er ten behoeve van de verschillende soorten administra
ties (grond- en waterschapsbelasting e.d.) toe over kaarten op een
grote schaal te vervaardigen, meestal 1:5000, soms groter. (20) Dit
soort kaarten wordt aangeduid als detailkaart, landmeterskaart, per-
ceelkaart, maar minder vaak als pre-kadastrale kaart. Deze laatste
komen voor in manuscriptvorm, waarvan er een aantal in druk zijn
uitgegeven21Bij de manuscriptkaarten hebben de kleuren vaak niet
alleen een decoratieve maar ook een functionele betekenis. Hetzelfde
geldt voor de kaarten in kaartboeken. De kleuren geven dan de wijze
van grondgebruik aan, ofwel de verschillende grondeigenaren of
pachters. 22)
Veel van de gedrukte kaarten zijn kavelkaarten van de waterschappen.
In de 17e en 18e eeuw werd veel handelskapitaal belegd in de droog
legging van de talrijke Noordhollandse meren en plassen. De afsteking,
verkaveling en toewijzing van de grondstukken gaf veel werk voor de
landmeters, waarbij de berekening van de grootte van de kavels zeer
belangrijk was voor de te heffen grondbelasting. Op de kavelkaarten
staan genummerde percelen die corresponderen met de bijbehorende
leggers of grond registers.
Zo maakte de stad Alkmaar als stemhebbende stad van het Noorderkwar
tier, deel uit van de Staten van Holland en West-Friesland, die aan de
bedijking van de Schermeer hun goedkeuring moesten hechten. Het
stadsbestuur kon daarom voorwaarden stellen en eiste als tegemoetko
ming voor het verlies van haar visgronden 700 morgen (ca. 544 ha.)
in de bedijkte Schermer. De stad kreeg zo tegen het einde van 1634
na de drooglegging van de Schermeer verschillende kavels (a 15 morgen)
toegewezen die in het kavelregister van 25 oktober 1635 nader omschre
ven staan (23) en zijn door de aanduiding met letters en nummers terug
te vinden op de kavelkaart uit 1635 (24).
De invoering van een belasting op onroerend goed t.b.v. de algemene
landskas heeft in Nederland in de gewesten op verschillende tijdstippen
plaatsgevonden. In het midden van de 15e eeuw voor het eerst in
Holland. In 1585 werd de "verponding" geheel herzien. De naam is te
verklaren door de pondsgewijze verdeling van de belasting over de be
lastingplichtigen. Van oorsprong was het een grondbelasting, die gehe
ven werd naar de huurwaarde van het land. In 1620 werd tevens be
paald dat deze ook geheven zou worden op huizen, pakhuizen en be
drijfsgebouwen. In 1632 werd een nieuwe algemene regeling voor de be
lastingheffing op onroerende goederen in de Republiek der VII Provin
ciën toegepast. Bepaald werd dat 1/3 van de belasting geheven zou
worden van de huur van de huizen en 1/5 van die van de landerijen,
dit na aftrek van molen-, dijk- en sluisgelden. (25)
Ten behoeve van deze verpondingen werd de gecultiveerde grond in
nagenoeg al de gewesten in de 17e eeuw tamelijk nauwkeurig gemeten,
maar zelden waren de resultaten op kaarten vastgelegd. Deze verpon
dingskohieren behoren naast de maatboeken e.d. eveneens tot de "ka
dasters zonder kaarten" (26). Het oudste verpondingskohier van de
stad Alkmaar begint in 1534 (27). Het in kaart brengen van de metingen
vond pas veel later plaats bij de invoering van het kadaster, begin 19e
eeuw.
675