Het conflict van 1670 jed els t e Twee jaar later lezen we opeens: "Op den 15 November 1670 hebben de Heeren Burgemeesteren den vader en alle caasdragers, vermits haar kwaad comportement (gedrag, F) ende het misbruik van haarlieder, vo renstaande ordnonnantie gecasseert". Dit is opgetekend in het ordnonnan- tieboek en het merkwaardige is dat de resoluties erover zwijgen. We weten dus niet wat zich heeft afgespeeld, maar zeker is dat het goed mis was. Want drie dagen later lezen we: "Heede hebben de Heeren Burgemeesteren op den 18 November daar aan volgende verstaan dat de caasdragers, die gecasseert zijn gebleven, sullen genieten voor alle hare pretensien (aanspraken, F) die zij op de penningen van den gemenen bosch, turff, rogh of andersints souden mogen hebben, de somme van vijftigh gulden yder". De aanspraken van de ontslagen kaasdragers werden dus afgekocht met 50 gulden. Ook werd bepaald dat "de seven- tien op nieus aangenomen caasdragers ende die namaals aangenomen mo gen worden" ieder 40 gulden moesten betalen èn hun deel van de pen ningen die op het tijdstip van hun aankomen in de bus waren, alsook van de turf en rogge. Men heeft toen tevens een nieuw eedformulier voor de kaasdragers vastgesteld, alsook voor de vader en voor de waagmeester. Deze laatste had er o.m. voor te zorgen dat de waagexcijs getrouwelijk werd ingevorderd. Opnieuw blijkt, dat men behalve kaas ook allerlei andere zaken woog, tot levende varkens toe. Er waren uitgebreide ta- riêflijsten opgesteld en wat niet gespecificeerd was betaalde "voor ieder schaal of wikke" 2 stuivers. 635

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1984 | | pagina 13