geweest, zo met z'n allen rond het gebeente van de heilige Adelbert. En koken en stoken deden de zusterkens ook binnenshuis, want op zeker moment ging de zaak in de fik, waarbij het gebeente van Adelbert deer lijk verbrandde. Men vraagt zich onwillekeurig af, of de sindsdien ter verering uitgestalde relieken inderdaad van Adelbert afkomstig zijn en niet b.v. van een geblakerde non. Doch alle scherts terzijde. Ik conclu deer, dat er geen enkel bewijs is dat het gebouwtje van 13j bij 6? meter een klooster is geweest en niet een huis of boerderij. Overigens is er wel degelijk aanleiding tot enige scherts, namelijk als we de bul van Paulus II van 2 oktober 1465 bezien, waarbij deze de abdij van Egmond toestemming verleende om relieken uit andere kerken en kloosters naar de abdij over te brengen en te bewaren. 27). Meilink be schrijft het zo koeltjes en summier, maar gelukkig heeft Van Celder de achtergronden belicht. 28). Het blijkt dat de paus deze toestemming ver leende "tot verhoging van de heiligheid der abdij en om haar uitverkore- ner te doen worden als bedevaartplaats". We laten onthutst de pen even rusten en vragen ons af, of het alom bekende genade-oord, waar St. Adelbert werd vereerd, dan nóg uitverkorener moest worden? Enfin, de abdij had in Petrus de Haga Comitis, prior van het klooster Altenberg bij Keulen, een tussenpersoon gevonden, die verschillende Duitse kloos ters wist te bewegen relieken af te staan. Zo stuurde de abt van Schei den viermaal een forse partij naar Egmond en bij de eerste zending zaten o.m. "zes hoofden van heilige maagden en martelaressen uit de groep van 1 1.000 maagden", waarvan er vier bij name bekend waren en twee helaas anoniem moesten blijven. "De namen der beschrevenen vindt gij aan de schedels bevestigd", meldde de abt. Ook de abdis van Frundisberg, de abdis van Herkingen en de abt van Altenberg stuurden een of meer par tijen. 29). 613

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1984 | | pagina 15