;n, die In dat geval ligt het voor de hand dat deze oorkonden (of afschriften
Ook ervan) via Gent de abdij van Egmond hebben bereikt en hier vervolgens
dat op de eigen streek toepasselijk zijn gemaakt, hetgeen zowel in het belang
erzet- van de graaf van Holland als van de abdij was. Dit impliceert dat men de
atten en oorkonde van 922, waarbij koning Karei de Eenvoudige aan graaf Dirk II
óf via de kerk van Egmond schenkt met alle toebehoren van de plaats Suuithar-
;artu- deshaga tot aan Fortrapa en Kinnem, nauwelijks serieus kan nemen,
orkon- Dit falsum uit de 12e (en mogelijk zelfs 13e) eeuw is m.i. vervaardigd
van om gebruikt te worden tegen de bisschop van Utrecht. De abdij heeft
die zich dit laten aanleunen - zo zij al niet zelf de maakster van het falsum
2 ook was -, omdat zij onder de graaf van Holland betere kansen had om onaf-
]ent hankelijk te staan dan onder de bisschop. De vervalser is bijzonder slim
uk ont- geweest, want een schenking door een duitse koning of keizer was ge-
2n vaarlijk, aangezien deze vroeg of laat een claim op Hollands gebied kon
el licht leggen als oud bezit van het rijk. Hij koos daarom een ongevaarlijke
ik zij koning van Frankrijk, aangezien het uitgesloten was dat deze ooit oude
zan rechten op Egmond zou laten gelden. Men vraagt zich overigens af wat
Karei de Eenvoudige, die in 922 in dit gebied geen bezit of jurisdictie
had, weg te schenken kon hebben. Waarmee de vraag is gewettigd, of
de de kerk (of "gedachteniskapel") in 922 überhaupt bestond, laat staan
t de de vraag of deze toegewijd was aan de H.Adelbert, laat helemaal staan
elatie de vraag of deze kerk c.q. kapel gebouwd was boven het graf van de
schonk H.Adelbert. Kortom, het zijn hypothesen achteraf, die veelal kant noch
ium van wal raken.
10e eeuw
Dnt dui- Het verhaal wil dat Adelbert als gezel van Willibrord naar deze streken
ier bij is gekomen en dat meer dan twee eeuwen later Ruopert vanuit het kloos
ter Mettlach naar Egmond werd gestuurd om gegevens over Adelbert op
n minia- te sporen. Ruopert heeft gegevens ontleend aan Beda, alsook aan Alcui-
te Eg- nus. Wellicht is hij helemaal niet naar Egmond geweest - zo dit al be-
af anders stond -, maar heeft hij zich begeven naar de streek waaruit Beda af-
osters komstig was, n.l. Yorkshire. In de stad York heeft voorts Alcuinus
\bbeville gedoceerd en het verhaal luidt, dat de leerlingen van heinde en ver
e) naar hem toekwamen. En ook lag in Yorkshire het klooster Ripon van
2ville Willibrord en Bonifacius. Mogelijk was Adelbert afkomstig uit het even-
eens in Yorkshire (bij Halifax) gelegen Heckmondwike; een plaatsnaam
rt dat die geëvolueerd is uit (H)eckmund-vicus. Als het waar is dat Egmond
delbert vroeger Hallem heeft geheten - ik kan dit niet beoordelen - dan is de
d) van naam Egmond misschien ontstaan doordat men Adelbert van Haecmunda-
net vicus valselijk in deze streek als heilige heeft neergezet.
Abbe- In dit licht bezien is het opvallend dat in de oudste via maar één naam
derstel- wordt genoemd, n.l. ene Eggo, zijnde een belangrijke man, die aan Adel-
brord- bert gastvrijheid verleende. Het ligt dan wel erg voor de hand, dat men
Egmond. deze Eggo heeft opgevoerd om de naam Egmunda te verklaren. Meer ko-
and aan misch van aard is de brief van de Egmondse abt Floris uit het jaar 1296,
den zijn waarin hij meldt een kroniek van de koningen van Anglia te hebben,
het waarin te lezen staat dat de heilige Adelbert een zoon van de Engelse
g is van koning was. 22). Een fraai staaltje geschiedvervalsing, dat de naam
sprake Athalbert volledig verklaart en tevens duidelijk demonstreert hoe er aan
belang- Adelbert's vita geschaafd is. Het is trouwens de vraag, of iedereen in
nd zijn, die tijd de legenden voor zoete koek slikte. De (jongere) Vita S.Adal-
ali hebben berti verhaalt dat ter gelegenheid van de kerkwijding in 1146 de monnik
nterpo- Frederik zich laatdunkend uitliet over de tot het hoogaltaar verheven
rvalsingen. relieken. Hij werd weliswaar ogenblikkelijk met ziekte geslagen (een won-
611