aldaar. Hij haalde van her en der relieken en kostbaarheden bijeen, die
ten gevolge van de Noormannendreiging verspreid waren geraakt. Ook
verzamelde hij kunstwerken en handschriften en het verhaal gaat dat
hij zelfs een abt vermoordde, die zich tegen zijn verzamelwoede verzet
te. 14). Het is dus zeer wel mogelijk dat er archivalia, kunstschatten en
relieken uit het oude klooster van St.Willibrord óf rechtstreeks, óf via
een of meer tussenstations te Gent terecht zijn gekomen. In het cartu-
larium van de abdij van Egmond zijn afschriften opgenomen van oorkon
den, die dateren van vóór de stichting van de abdij. Ze zijn dus van
elders afkomstig en het vermoeden rijst dat ze door de monniken, die
van Gent naar Egmond kwamen, uit Gent zijn meegenomen. Dat ze ook
St.Adelbertus meenamen is alreeds door Oppermann betoogd. In Gent
had men kennelijk relieken genoeg en ik kan me niet aan de indruk ont
trekken dat men de groep monniken, die zich in het barre noorden
gingen vestigen, heeft opgezadeld men een minder courante en wellicht
zelfs dubieuze heilige. Hetgeen niet uitsluit dat Adelbert het dank zij
zijn fantasierijke vita dan toch maar gebracht heeft tot "Apostel van
Kennemerland"
Het ligt voor de hand dat de Hollandse graaf in de stichting van de
abdij van Egmond en mogelijk zelfs in de verhuizing van Adelbert de
hand heeft gehad. Er zijn namelijk meerdere gegevens, die zijn relatie
met Vlaanderen en zelfs de St. Pietersabdij te Gent aantonen. Zo schonk
graaf Dirk II enige goederen aan deze abdij. 15). Het Evangeliarium van
Egmond, waarvan men sedert de 12e eeuw beweert dat het in de 10e eeuw
door graaf Dirk I aan de abdij van Egmond is geschonken, vertoont dui
delijk het schrift en de miniatuur-stijl van de abdij van St. Riquier bij
Abbeville.
De herkomst van St. Riquier staat boven twijfel, aangezien er een minia
tuur in voorkomt met een afbeelding van die abdij. 16). Hoe het te Eg
mond is gekomen staat niet vast; mogelijk inderdaad via Dirk I, of anders
via het klooster te Gent. Overigens, St. Riquier was een der kloosters
waar op 25 juni de feestdag van St. Adelbert werd gevierd. En Abbeville
is toevalligerwijs de plaats waar het tweede (en vermoedelijk echte)
gebeente van St. Willibrord wordt bewaard. 17), alsook was Abbeville
vóór de Franse revolutie een centrum van Willibrord verering. 18).
Opnieuw dus sporen die naar het zuiden leiden. Hetgeen impliceert dat
de hypothese - want meer is het niet -, dat de viering van St.Adelbert
door aartsbisschop Egbert (de zoon van graaf Dirk II van Holland) van
Egmond naar Triert is gebracht, niet kan kloppen. Misschien is het
precies andersom gegaan. Trouwens, hoe is St. Adelbert dan te Abbe
ville terecht gekomen? Ook via Egbert? Het is logischer te veronderstel
len, dat verering van St. Adelbert in het oude centrum van Willibrord-
verering inheems was en met zijn relieken mee verhuisd is naar Egmond.
Ook de vier koningsoorkonden 19), welke door de graaf van Holland aan
de abdij van Egmond (de "grafelijke archiefbewaarplaats" zouden zijn
gegeven, wijzen op relaties met Vlaanderen. Zo betoogt Koch dat het
mysterieuze woud Wasda in de oorkonde van 969 een verschrijving is van
Wasela=het woud van Waselau, thans Wattelot. 20). Verder is er sprake
van de Liora=de rivier de Leie. 21). Deze Vlaamse elementen zijn belang
rijk, aangezien de vier koningsoorkonden alleen in afschrift bekend zijn,
te weten uit 12e eeuwse Egmondse bronnen. Als ze ooit in originali hebben
bestaan, dan is het duidelijk dat de teksten bedorven zijn door interpo
laties en transcriptiefouten en vermoedelijk zelfs door bewuste vervalsingen.
610