Deze overleed in 997, werd al spoedig in brede kring vereerd en van zijn levensverhaal zijn zelfs gedeelten in de Vita van de Egmondse Adelbert terecht gekomen. Om te constateren hoe het staat met de officiële, kerkelijke viering van de feestdag sterfdag) van St.Adelbert, dienen we het kalendarium van het bisdom Utrecht te bezien, zoals vermeld in de verschillende handboeken der chronologie. Bij Strubbe-Voet 5) is de verwarring com pleet, want onder 1. wordt vermeld: Adelbertus, bisschop van Praag, overleden 997, patroonheilige van Egmond, terwijl onder 3. wordt ge noemd: de belijder Adalbertus, overleden 740, 25 juni, vereerd te Utrecht en Trier. Fruin noemt op 25 juni: Lebuini et Radbodi confessorum, Le- buini te Midzomer, Lebuini estivalis; Adelberti confessoris. 6). Hij verklaart echter zijn gegevens te hebben ontleend aan Crotefend. 7). Crotefend tenslotte geeft in zijn kalendarium van het bisdom Utrecht op 25 juni: Lebuini et Radbodi confessorum, met daarachter tussen haakjes: Adelberti confessoris. 8). Voor deze laatste vermelding verwijst hij in een voetnoot naar drie handschriften in privaat bezit. Veel verder zijn we dus niet. Een volgende stap was de originele kalendaria van het bis dom Utrecht in het onderzoek te betrekken. De rijksarchivaris te Utrecht was zo vriendelijk deze voor mij na te zien en hij berichtte mij, dat noch in de ordinarius van de Dom, die gold als de officiële Utrechtse kalen der, noch in andere kalendaria de H.Adelbert werd aangetroffen. 9). Voorts is in het gemeentearchief van Kampen een 15e eeuwse copie van het necrologium van de St. Nicolaaskerk aanwezig, waarvan de gegevens teruggaan tot de 13e eeuw. Op 25 juni wordt slechts St.Lebuinus ge noemd, terwijl St. Radboud kennelijk niet werd vereerd; logisch, want St.Lebuinus was de Deventer streekhei lige en Kampen ressorteerde onder het dekenaat Deventer. Ook in het begin 15e eeuwse necrologium van het begijnhof te Haarlem, dus dichter bij huis, komt St.Adelbert niet voor. Dit toont zonder meer aan dat Adelbert niet in de officiële kalender van Utrecht thuishoort, maar dat Crotefend zijn werk zo volledig mogelijk heeft willen maken door ook gegevens uit particuliere bron op te nemen. Dus toch een streekheilige? Ik geloof er niets van! Wie mij van het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1984 | | pagina 10