Het departement Alkmaar van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen
poedig
nze ver-
ook de
)ns na
voor-
e lijn
ortzet.
t herstel
eer in
on t-
;rken
trokken,
aats van
van de
plannen
tussen
aal
het
jedempte
heeft
'9-
I
land".
In 1984 is het twee eeuwen geleden dat de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
werd opgericht. In 1981 kwam het gemeentearchief in het bezit van het archief van
het Departement Alkmaar van deze maatschappij. Vrijwel onmiddellijk werd daarvan
gebruik gemaakt door verschillende onderzoekers ten behoeve van hun studie. In
maart 1983 kwam de (getypte) scriptie van A. P. M. Loogman gereed, getiteld:
"Nuttige Heren. Een studie over de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en over de
leden van haar Alkmaarse departement in de periode 1786-C.1850". Zoals de titel
reeds zegt behandelt deze scriptie niet de geschiedenis van het Departement
Alkmaar, doch de (beknopte) geschiedenis van de landelijke Maatschappij, alsmede
de sociale en godsdienstige achtergronden van de Alkmaarse leden uit het tijdvak
1786-C.1850. Het bewijst hoe belangrijk particuliere archieven voor de
geschiedschrijving kunnen zijn. Helaas wordt dit nog niet algemeen onderkend,
zodat nog steeds archieven van verenigingen, stichtingen en bedrijven verdwijnen.
In onderstaande regelen zal na een algemene inleiding, waarvoor o.m. werd geput
uit de gedrukte literatuur, een kort overzicht worden gegeven van de activiteiten van
het Alkmaarse departement. Aangezien dit departement zich op vele terreinen heeft
bewogen, hetgeen veelal onbekend is, hoop ik te bereiken dat bij bestudering van
bepaalde onderwerpen het Nuts-archief niet over het hoofd wordt gezien. Hopelijk
zet iemand zich nog eens aan de geschiedenis van het Departement Alkmaar, met
als gevolg - is mijn overtuiging - dat vele nieuwe gegevens betreffende de sociale
geschiedenis van Alkmaar in met name de 19e eeuw aan het licht zullen komen.
De stukken in het Nuts-archief zijn onderwerpsgewijs geordend, zodat de door mij
gebruikte gegevens gemakkelijk terug te vinden zijn in de archiefinventaris. Het
maken van voetnoten was derhalve overbodig.
573