C. Looman en J. Schulte Nordholt, dat de oprichting van de woningbouw
vereniging Volkshuisvesting voorbereidde. M. Uitenbosch, dr. A. Tuyl,
J. Cloeck, V.S. Ohmstede en C.G. Zaadnoordijk vormden het eerste be
stuur. Behalve Uitenbosch behoorden zij tot de gezeten burgerij en dit zou
lang zo blijven. Zo bestond het bestuur in de 20!er jaren uit P.A. de
Lange, mr. K.A. Cohen Stuart, V.S. Ohmstede, F.H. Ringers, H. Hols-
müller, P.J. van Torenburgh en J. van Reyendam (Wortel o.c.).
De woningbouw zou in Alkmaar in belangrijke mate een zaak blijven vóór
arbeiders, maar dóór heren. De in 1916 opgerichte R.K. Woningbouwver
eniging Goed Wonen kreeg weliswaar een nogal proletarisch bestuur van
kleine middenstanders en arbeiders, doch er kon weinig fout gaan, aange
zien een "commissie van advies" was toegevoegd, bestaande uit de heren
mr. H.P.M. Kraakman, mr. A.J.F.M.N. Dorbeck, G.T.M. van den Bosch,
J.F. Quax, mr. A.J.M. Leesberg en dr. A.M. Conijn. De woningbouwver
eniging De Middenstand, opgericht in 1919, onttrekt zich aan onze waar
neming, doch blijkens de naam zaten er zeker geen arbeiders in.
Van Rochdale, dat in 1 920 het levenslicht zag, was voorzitter de agent in
assurantiën K. van 't Veer, secretaris de timmerman A.F.Zeegers, terwijl
de rest van de bestuursleden eveneens in de laagste belastingklassen
werd aangetroffen. Betreffende de Chr. Woningbouwvereniging De Voor
zorg tenslotte (opgericht 21 februari 1935 en goedgekeurd bij K.B. van
5 maart 1936 nr. 79) zijn in het Gemeente Archief geen gegevens aanwezig.
Volksvoordrachten
Aparte vermelding verdienen ook de volksvoordrachten, die in de vorige
eeuw gewoonlijk velen vermochten aan te trekken.
Van het begin af aan hebben leden van het departement tijdens hun verga
deringen spreekbeurten gehouden, doch deze waren uiteraard alleen te
beluisteren door de leden. In 1858 werd een Commissie tot de Volksvoorle
zingen ingesteld, die zich ten doel stelde tussen november en maart 8 le
zingen voor te bereiden over christelijke zedenleer, vaderlandse en alge
mene geschiedenis, natuurkunde en "gemengde bijdragen". Voor de leden
van het departement, die daarvoor ingetekend hadden, werden twee kaart
jes a 0,25 gereserveerd. Deze kaartjes mochten aan anderen worden ge
schonken, terwijl niet-leden een doorlopende toegangskaart a 0,30 konden
kopen. De avonden hadden zo'n succes, dat het aantal al spoedig van 8 op
10 werd gebracht. De lezingen duurden van kwart voor 8 tot 10 uur. Er
waren meerdere lezingen per avond, met een korte pauze daartussen.
Voor de leden werd in 1861 eveneens een doorlopende toegangskaart
(a f 0,50) beschikbaar gesteld teneinde "zich het regt te verzekeren van
telkens twee gedrukte toegangskaartjes aan dienstboden of onderhorigen
te kunnen uitreiken". De volksvoordrachten waren dus niet zozeer be
stemd voor de leden, alswel voor de volksklasse. Soms gaf de toneelver
eniging Bilderdijk een leerzame voorstelling en ook waren er zanguitvoe
ringen. Doorgaans bezochten enige honderden belangstellenden de avon
den, welk aantal kon oplopen tot 900. Deze volksvoordrachten kregen
langzamerhand het karakter van uitvoeringen van plaatselijke verenigingen,
al werden er ook nog wel lezingen gehouden over nuttige onderwerpen.
Toch zakte in de loop der tijd de belangstelling. In 1900 was het aantal
avonden teruggelopen tot 3 en op 26 september 1 903 stelde de commissie
vast "dat naar het eenstemmig gevoelen der commissie, de volksvoordrach
ten alhier haren tijd overleefd hebben", reden waarom zij voorstelde de
commissie op te heffen. En verder: "De volksvoordrachten zijn langzamer-
586