van de kerk staat ook een huisje. Dit was Heer Jacob Folckaertszoons erf, groot 43 roe. Heer Jacob Folackaertszwas kennelijk priester te Koedijk want hij komt in 1535 voor op de ledenlijst van het Papen- gilde te Alkmaar als "D. Jacobus Volkerdi van Coedijc". (5) leder erf kwam gedurende de gehele periode in de rekeningen voor onder dezelfde naam. Meestal was dit de naam van de erfpachter uit 1 532. De benaming mocht niet worden gewijzigd omdat die in de admi nistratie werd gebruikt. Deze regel gold ook voor de Vroonlanden. Door de landen anders te noemen zou verduistering plaats kunnen vin den en daarom was het. gebruik van andere namen zelfs strafbaar ge steld. (6) Ook na 1532 zijn er nog meerdere erven in erfpacht uitge geven. In de pachtvoorwaarden van de Vroonlanden was mede bepaald dat de rentmeester te allen tijde, van de reeds verhuurde percelen land, gedeelten van 40 roeden in erfpacht mocht uitgeven, aan jongge huwden of anderen die geen erf hadden, om een huis op te bouwen. (7) Zo nam het aantal erfpachten na 1532 nog gedurig toe. Direkt na het beleg van Alkmaar, toen alle erfpachthuisjes door de ver trekkende Spanjaarden werden verbrand of gesloopt (8) gaf de rent meester, jonkheer Frederik van Zevender, 22 nieuwe erven in erfpacht uit. Naast de erven zijn ook percelen land in erfpacht uitgegeven, alsmede erven voor het plaatsen van watermolens van het Geestmerambacht en de Vronermeer. Ook het windrecht van de korenmolen te Koedijk moest aan de rentmeester van de Vroonlanden worden betaald. De stad Alk maar had enkele wegen in erfpacht en zelfs de recognitie voor het se cretarisschap van de Molengeerzen van Geestmerambacht staat bij de erfpachten vermeld. Al met al zijn de rekeningen van de Vroonlanden een rijke bron van informatie. Om de bronnen van genoemde erfpachten toegankelijk te maken heeft schrijver dezes de bestaande rekeningen om de tien jaar bewerkt om zo een inzicht te geven van de betreffende percelen en hun erfpachters. Het geheel is voorzien van een beschrijving van de bronnen en een register op persoonsnamen e.d. Het overzicht is gedeponeerd op het gemeentearchief te Alkmaar en bij het Centraal Bureau voor Genealogie te 's Gravenhage. Het draagt als titel De erfpachten van de Vroon landen bij Alkmaar. J.P. Geus. Noten: 1. Simon Eikelenberg, Gedaante en gesteldheid van Westvriesland en ondergang van het dorp Vroone, Alkmaar 1714, pag. 97. 2. Het stadsarchief van Alkmaar, inv. nr. 2269. 3. Eikelenberg a.w. pag. 38. 4. A.R.A. Collectie Hing man nr. 2507 en 2508. 5. Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem, deel 29, Leiden 1905, pag. 266. 6. A.R.A. Grafelijkheidsrekenkamer rekeningen, nr. 1221 fol. 3. 7. Idem, fol. 2. 8 J. P. Geus, De bewoners van Oudorp, Sint-Pancras, Koedijk en Huiswaard in 1573 "verjaecht, berooft en opgegeten", Alkmaars jaarboekje 1972 pag. 106. 560

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1983 | | pagina 4