meer gegevens inzake vervoer per wagen 6). Maar desalniettemin zou Alkmaar de "voorhaven" van de abdij van Egmond zijn geweest? Ik betwijfel trouwens of de Egmondermeer überhaupt bevaarbaar was voor schepen met enige diepgang. Althans, uit het archief van de polder Eg mondermeer blijkt dat de z.g. oude landen de voormalige eilanden of "bosschen") nauwelijks hoger lagen dan het nieuwgewonnen land. Als Cordfunke derhalve het vervoer van bouwmaterialen voor de abdij, zoals Bentheimer steen en tufsteen, over de Egmondermeer laat plaatsgrijpen, dan komt me dit alleen al met het oog op de waterstaatkundige situatie zeer ongeloofwaardig voor. Men kan zich zelfs afvragen, of Akersloot niet als landingsplaats is gekozen omdat het aan diep water lag. Een ander argument is nog, dat weliswaar tegen het plan tot bedijking van de Eg- monderen Bergermeer is geprotesteerd, doch alleen door de bezitters van de sluis te Alkmaar, die vreesden dat hun (paling)visserij ten gronde zou gaan. Over het belang van met name de scheepvaart op deze meren wordt met geen woord gerept, hetgeen doet vermoeden dat de Egmonder- en Bergermeer alleen met hooipramen e.d. te bevaren waren. Een Alkmaarse maat heeft inderdaad bestaan, immers een aantal dorpen betaalde (vermoedelijk in 1120/1 129) de kleine tienden per hoet "Alkmaar- se maat" 7). Cordfunke concludeert hier meteen maar uit dat Alkmaar "een belangrijk regionaal centrum" c.q. "een handelscentrum van regionale be tekenis" was geworden 8), waar "produkten uit de verre omtrek werden verhandeld" 9). In feite weten wij daar niets van en verder vind ik die omtrek zo "ver" niet, aangezien alle genoemde dorpen in de onmiddellijke omgeving liggen, n.l. Alcmareskerspel m.i. Alkmaar Heiloo Oesdom), Vronen, Vronerbroek, Oudorp, Oterleek, Mijzen en Ursem. Het heeft er dus eerder alle schijn van, dat Alkmaar in de 12e eeuw een marktplaatsje was voor de onmiddellijke omgeving. Van handelsrelaties met verder afge legen streken is, evenmin als van een transitofunctie ten behoeve van de abdij van Egmond, dan ook niet één gegeven aangetroffen. Ook de beteke nis van de tol, die volgens Cordfunke aan de abt van Egmond "belangrijke inkomsten opleverde" 10), wordt m.i. door hem schromelijk overschat. De tol leverde de abt in 1173/4 5 pond op en in 1215 6 pond, zijnde een schamel bedrag 11). Tenslotte de munt. Cordfunke schrijft hierover: "Een interessant gegeven is dat er omstreeks 1150 in Alkmaar een wisselkantoor of zelfs een munt was: een zekere Reinward is er dan als "monetarius" gevestigd", waarna hij een link legt naar een partijtje ongeïdentificeerde munten, die bij Scha- gen werden gevonden: "Op geen van de muntjes is een leesbare tekst aan wezig, maar het type dateert zonder twijfel uit het midden van de 12e eeuw. Het is dan ook denkbaar dat deze muntjes in Alkmaar geslagen zijn..." 12). Voor mij een reden om na te gaan waar de gegevens betreffende de Alk maarse munt (of wisselkantoor) vandaan komen. Ik vond een vermelding in de Fontes Egmundenses, luidende: "In Alcmere a Reinwardo monetario duas uncias et dimidiam" 13). Dit is alles. Deze tekst staat temidden van schenkingen en verkopen van onroerend goed aan de abdij van Egmond, zodat de vertaling welhaast moet luiden: "Door Reinwardus Monetarius 2£ ons in Alkmaar". Ergo, het land, waaruit de rente van 2J ons werd ge heven, lag in Alkmaar, terwijl niet blijkt waar Reinward woonde. Te ver melden wat elke archiefonderzoeker allang weet is eigenlijk te onnozel, namelijk dat in legio gevallen landerijen en renten werden verkocht door mensen die elders woonden. Tevens is uit summiere gegevens als goederen-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1983 | | pagina 11