wel het geval met de stichting van Floris' weduwe. In haar testament en twee latere aanvullingen bepaal de zij dat het woonhuis aan het Ritsevoort van haar en haar man vertimmerd moest worden tot provenhuis voor 8 ongehuwde vrouwen van goede familie die tot armoede vervallen waren. Het behoefden niet speciaal inwoners van Alkmaar te zijn, „ook lieden die door de oorlog verjaagd zijn" kwamen in aanmerking. Behalve dit provenhuis stichtte ook zij een beurs voor een student in de theologie en werd een jaarlijkse uitkering aan de armen van Egmond aan Zee en van Petten vastgesteld. Margaretha Splinter overleed in 1645 en op 3 april 1646 de eerste door haar aangestel de rentmeester. In 1647 is het woonhuis afgebroken en ter plaatse het huidige gebouw neergezet met de voorgevel aan het Ritsevoort. In deze voorgevel prijkt nog haar wapen, zoals Margaretha nadrukke lijk in haar testament had gewild. De lange zijgevel aan de Linde gracht bevat de acht kamers voor de bewoonsters. Om voldoende Hofje Splinter, auii het Ritsevoort., hoek Lindegracht. ruimte voor het gebouw te hebben was een deel van het aangrenzend perceel aan het Ritsevoort door de regenten aangekocht. De acht kamers komen met hun voordeur, die toegang geeft tot een klein portaal met keuken, uit op een overdekte galerij langs de tuin. Deze galerij heeft een houten tongewelf rustend op merkwaardig smalle kolommen. De toegang tot het intieme hofje is door een overdekte bestrate gang achter de voordeur van het hoofdgebouw. Van dit gebouw, waar vanouds de regentenkamer en woonruimte voor de beheerder was, is de indeling enige malen ingrijpend gewijzigd. De beheerdersfunctie is vervallen en de regenten vergaderen elders zodat het gebouw al sinds vele jaren als advocatenkantoor in gebruik is. Het beheer van het hofje was in het testament toever trouwd aan drie executeurs-regen ten en een rentmeester, die meestal tevens regent was. Van het begin af hebben leden van de familie van Foreest als regent en rentmeester gediend en zo ont stond een nauwe personele band met het bestuurscollege van het hofje van Paling en van Foreest. De financiële toestand is ook bij het hofje van Splinter niet altijd even rooskleurig geweest. In 1827 konden, nadat de laatste bewoon ster overleden was, de kamers niet opnieuw als vrije woning vergeven worden. Zij zijn toen vele jaren gewoon verhuurd, ondermeer aan de stadstekenschool. Zodra de fondsen het weer toelieten ver kreeg het hofje echter zijn oor spronkelijke bestemming terug, zodat hier nu nog altijd 8 oudere dames in het hartje van de stad rustig kunnen wonen. 525

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1983 | | pagina 17