dc apotheker Dr. Godefridus Snellius 3.) het in hun boedel voorhan
den zijn constateerden van:
,,ik' helft in een rentebrieffie van een out eijgen op seecker
huijs ende erve staende en leggende aen de noortsijde van de
Langestraet, daer de „blaeuwe haen wthangt van twee gulden
twaelff stuyvers int geheel iaerlycx vervallende alle iaeren op
Martini volgens besegelde brieve van dato den XXlIen May
1 4 9 7 verleden voor schepenen in Alckmaer by Si/bout
Claesz ten behoeve van Comen Claes Pietersz getransporteert
bij Jonker Gerrit van Roon 4.) qualitate qua aen en ten
behoeve van Mathijs Reijersz, volgens acte van transport daer
annex van dato den XXVIen Augusti 1563, welcke voorsz
helfte vant vorenstaende rentebrieffie is getaxeert bij ge-
meene bewilligingh als vooren op twee en dertich gulden
dus.f 32.
Item de renten van dien"(enz.
Het oud-eigen komt overigens te Alkmaar veelvuldiger voor. Zo is er
een transport van een huis aan de zuidzijde van het Fnidsen, toen
Het Witte Hart, maar naderhand en ook nu nog „De Ster" genaamd
waarop in een titel van 28 april 1599 genoemd wordt de bezwaring
van acht penningen jaarlijks „out eygen ofte memorie geit" 5.) In dit
geval lijkt het waarschijnlijk, gelet op de bijvoeging „memorie geit",
dat het recht van rente-heffing destijds uitgeoefend werd door de
gebeneficieerde ener vicatie of andere „memorie", juist omdat
dergelijke instellingen vaste renten als deze voor belegging bij
voorkeur inkochten. In het onderhavige geval staat dit echter
volstrekt niet vast. Daarbij is stellig wel opvallend, dat het verschul
digde bedrag van 8 penningen zelfs toentertijd al een bijzonder
gering sommetje uitmaakte. En dit verschijnsel wijst daarom zonder
twijfel op een heel oude herkomst van het hier gevorderde recht. In
een boedel-inventaris voor notaris Van der Lijn te Alkmaar, opge
maakt op grond van een testament voor hem verleden op 29
november 1616 door Claas Arisz. Spiegel is sprake van een aan hem
toebehoord hebbend huis 6.) „een huijs en erve met een schuyr
staende en gelegen binnen der stede Alcmaer aen de noort zijde van
de Lutcoutdorp daer de Spiegel uijthangt, belent met Adriaen
Dircxsz schoenmaker aent oostzijde 7.) en Jacob van der Oort aen
de westzijde", belast wezende met 38 stuivers 's -jaars „oudt eijgen."
Voorts stond er een huis en erf aan iiet Cruyswerk ofwel oost van de
Boterstraat in de Langestraat van Alkmaar, dat in een overdrachts-
498