Bij Maurits kon je afdingen, een speciale sport, dat was 2 keer
weglopen en de derde keer hing je er toch aan.
Er waren dan ook veel jodenmensen die de reuring op de markt
brachten. Ook een heel bekende figuur was Gascia een joden-
mannetje die toen de eerste zijden dameskousen, genaamd fil
de cos introduceerde, hij stond voor de slagerij van Bernard
Koomen.
Ook vele alkmaarse kooplui stonden op deze markt zoals de Jong
met zijn hoeden en petten, Dries Schenk met bananen, Bruin met
zijn chocolade en hij had 2 grote olielampen als verlichting.
Torenbeek met zijn ijs, Brouwer de kaasboer en dan de visboeren
zoals Overman met zijn houten been, Elswijk, Maarten Krook en
Schipper, allen met hun zure en zoute haring.
En dan bij vele oudere mensen nog bekend de koolvisverkoper bij
de Kapelkerk. Altijd droeg hij een zwarte bolhoed.
Om 10 uur 's avonds was de markt afgelopen en moest de boel
opgeruimd worden. Dan gingen wij met de handwagen vol met
koffers enz. naar het station om de reizigers weg te brengen.
Was dit gebeurd dan weer terug naar de Laat, om de achtergeble
ven kisten enz. op te laden en via de Vlotbrug naar de Tienenwal
te brengen, om aldaar in de wagonnetjes te laden, en alzo naar
Amsterdam te brengen, om aldaar Zondags op de jodenmarkt te
worden gebruikt.
Wij gingen terug naar de Laat, alwaar wij de rest oppakten en
bewaarden tot de volgende week.
Het was een lange dag van 12 uur 's middags tot 12 uur 's avonds
en welke arbeid werd beloond met 3 kwartjes en dat was toen veel,
G. Dilling.
>en
iet
503