geleden beleefden de bouwkundigen van de afdeling monumentenzorg een
ware ontdekkingsreis. Mensen als Leo Landzaad en Piet Verhoeven legden
stukje bij beetje de bouwgeschiedenis van het voormalige bedehuis vast.
De fundering van zeshonderd jaar geleden werd voor een deel opgegraven
om de juiste afmeting van het Heilige Geesthuis te bepalen. De zware
buitenmuren werden nauwkeurig onderzocht en alle bevindingen haarfijn
op papier gezet. De belangrijkste ontdekkingen werden in de kap van het
Waaggebouw gedaan. Vrijwei alle bouwkundige veranderingen die in de
voorgaande eeuwen hebben plaatsgevonden zijn inmiddels bekend. Die
veranderingen waren nodig om aan de eisen van de vele gebruikers te vol
doen want de functies die het Waaggebouw achter de rug heeft zijn zo tal
rijk dat de vingers van vele handen tekort schieten.
Koning Philips
De roep naar meer ruimte voor het beoefenen van markthandel bereikte in
1557 Koning Philips. De vroedschap van Alkmaar verzocht de vorst een
waaggebouw te mogen bouwen en zowaar "Zijne Majesteit vergunde de
stad, dat zij mogen doen oprichten en timmeren een nieuwe bekwame
waage aan de zuidzijde van het Heilige Geesthuis, met vier of vijf scha
len met gewigten waartoe de pagter van de waag jaarlijks 12 pond aan de
stad betalen zoude".
De Koning ging dus akkoord en het stadsbestuur, in de vorm van de vroed
schap, was verheugd maar hield de hand op de knip. De heren in het stad
huis aan de Langestraat waren van mening dat de aanwezigheid van een
weeggelegenheid zoveel geldelijk voordeel zou opleveren voor de omwo
nenden die nering bedreven dat deze voor de bouwkosten dienden op te
komen. De ongetwijfeld toenemende drukte had ook tot gevolg dat de slo
pers ten tonele verschenen om korte metten te maken met een aantal huis
jes dat in de weg stond. Zo werden de eerste opstallen met de grond gelijk
gemaakt voor een grotere marktruimte en ontstond een klein pleintje.
Mientbewoners
De strijd van voortvarende en ruimte creörende lieden tegenover omwonen
den die wilden blijven wonen waar ze woonden nam een aanvang. Het wa
ter van de Mient werd verbreed om grotere schepen toegang te verschaffen
en het sintelpad aan beide kanten van de gracht moest worden bestraat.
Ook deze kosten waren voor rekening van de bewoners die veel gewin en
weinig armoede werd beloofd. Een nieuwe weeghal werd aan de bestaande
kapel vastgebouwd en de handel had het stukje Alkmaar tussen Houttil,
Mient en Voordam in z'n ijzeren greep.
Tot 1576 bleef deze toestand bestaan. In dat jaar namelijk besloot de
vroedschap het Heilige Geesthuis tot Waaggebouw te bestemmen en werden
de muren rond het priesterkoor afgebroken en, voorzien van poorten, op
nieuw opgetrokken. De sierlijke voorgevel werd gebouwd en in het fries
468