hetselve niet tot prejuditie maer tot benefitie is streckende, salgehouden zijn
ieder onderteijkenaer effectievelijck te ondertekenen, verplicht zijnde
hetselve in al zijn deele na te komen siene (sic) exceptione.
6. Sal ieder der overeenstemmende hooft voor hooft tot onderhout vant
gemene best ieder vierendeel jaers moeten affleggen ses stuijvers.
7. Sullen der drie tot opzienders gestelt worden, alle jaren twee affgaende,
dewelke als zij daertoe verkoren worden sullen moeten beloven, een
heijliglijk nakomen op alles (sonder iemandt te verschonen) scherpelijck toe
te zien.
8. Sullen de opzienders gehouden zijn vier mael des jaers, als het vierendeel
jaers geld opgehaeld word, bijeen te komen en tot laste van 't gemeen niet
meer mogen verteren als acht stuijvers en ingevalle de voornoemde
opzienders door extraordinaire voorvallen genootsaeckt wierden bijeen te
komen, sullen de /selve vermogen insgelijcks acht stuijvers te verteren.
9. Sullen de affgaende opzienders gehouden zijn pertinente rekeningh te doen
aen de nieuwe aenkomende van de uijtgegevene ende ingekomen
penningen.
10. Sullen alle de veraccoordeerde des jaers een generale bijeenkomst hebben
ten eijnde door een algemene stemmingh twee aenkomende in plaets der
twee affgaende gemaect sullen werden, waertoe een dubbelt getal bij de drie
regerende sal gestelt werden, om een enckelt getal daeruijt te maken.
11. Sal in dese generale bijeenkomste, dewelcke wesen zal op SinteJacob, een
vierendeel acht guldens bier gedroncken worden en dat ten huijse van de
outste in bedieningh der opzienderen.
12. Wanner iemand van de contractanten comt te overlijden, sonder vrouw,
kinderen of andere erffgenamen binnen dit contract zijnde naer te laten,
sullen de erffgenamen niet vermogen het voorzeijde gereetschap onder haer
te houden, veel minder een ander, buijten dit contract zijnde, te
transporteren 't zij door verkoopen, verruijlen, schencken off enige andere
alienatie, maer deselve sullen gehouden zijn, door 't believen des eijgenaers
(dewelke sich selffs absolutelijck met dese onderteijkeningh verbonden
heeft) het meer gemelde gereetschap aen de meest biedende der
contractanten te verkopen, nochtans soodanigh, dat de eijgenaer zal
vermogen hetselve gereetschap bij testament, codicille, gifte des doodts
onder den levenden of enige andere particuliere acte onder de handt
geschreven, ja ook mondelijke belofte, in geval het selvige geschiedt in
tegenwoordigheijt van drie geloofwaerdige getuijgen, aen iemandt te
legateren, welverstaende met dit bedingh, dat diegene, dewelke het
meergemelde gereetschap sal besproken worden nootsakelijck zal moeten
wesen soodanigh een, dewelcke voor de makingh op een behoorlijke wijse,
na eijsch van saken zijn intrede zal gedaen hebben.
491