aan de meest-biedende der contractanten te verkopen en ingeval de eige
naar het aan iemand had gelegateerd of in aanwezigheid van drie geloof
waardige getuigen mondeling toegezegd, dan mocht dat óók, mits deze
begiftigde "na eijsch van samen zijn intrede zal gedaen hebben", (art. 12)
Ontbreken er erfgenamen in het sterfhuis dan zullen opzieners gerechtigd
zijn het daar aanwezige gereedschap in bewaring te nemen onder belofte
daarna eventuele erfgenamen tevreden te stellen "Waertoe elck (van de
opzieners) sich selven verbindende en wel ernstich begerende dat hetselve
van de erfgenamen sonder de minste tegenseggen toegestaen en gelevert
zal moeten worden"(art. 13)
Hopelijk zullen situaties, waar dit artikel op slaat, zich niet te vaak heb
ben voorgedaan.
De genoemde opzieners waren drie in getal, waarvan er elk jaar twee
moesten aftreden, (art. 7)
Eenmaal per jaar, op Sinte Jacob, zal een generale bijeenkomst plaatsvin
den, waarop uit een door de drie regerende opzieners voorgesteld viertal
twee nieuwe opzieners door een algemene stemming gekozen zullen wor
den. (art. 10)
Die vergadering zal plaatsvinden ten huize van de oudste dienstdoende op
ziener en er mag "een vierendeel acht guldens bier" gedronken worden,
(art. 11)
De opzieners zullen gehouden zijn om elk kwartaal bij de contractanten
de verplichte bijdrage van zes stuivers op te halen.
Op een daarop volgende bijeenkomst mogen ze dan "tot laste van 't ge
meen" voor ten hoogste acht stuivers verteren. Die tractatie is ook toege
staan als ze "door extraordinaire voorvallen" zouden moeten vergaderen,
(art. 8)
Aftredende opzieners zullen tegenover de nieuwe aankomende rekening en
verantwoording van de uitgaven en inkomsten moeten afleggen, (art. 9)
Een aantal bepalingen is duidelijk bedoeld ten gunste van de kas of zoals
het hier heet "de gemene bos".
Iedere contractant, die in het huwelijk treedt, moet in die bos twee gulden
en tien stuivers storten, (art. 14)
Wie een erfenis krijgt van honderd gulden moet daarin een halve ducaton,
wie duizend gulden erft een hele ducaton deponeren, (art. 16)
Dit zijn blijde gebeurtenissen. Minder aannemelijk klinkt ons de bepaling,
dat de contractant die een kind verliest een gulden en tien stuivers moest
afdragen, (art. 15)
Alle contractanten zullen als een van hen een begrafenis heeft, deze moe
ten bijwonen "met een eerlijk kleedt" en na afloop moeten meetrekken naar
het sterfhuis, (art. 17)
Begrijpelijk is dat bepalingen betreffende prijzen niet ontbreken. Niemand
mag een partij verrekijkers beneden de gestelde prijs, openlijk of bedekte-
lijk, binnen of buiten de stad, verkopen op boete van telkenmale vijftig
gulden, (art. 2)
484