Verrekijkers in Alkmaar
Th. P. H. Wortel
Ruim vijftig jaar geleden schreven we in de Alkmaarse dagbladen een
stukje over Jacob Adriaensz.Metius. Dat was in 1928, 300 jaren na diens
dood. Het begraafboek van de Grote Kerk vermeldt dat op 24 juni 1628
werd begraven Jacob Adriaensz. Metius, die groote brillemaker" Het
is de geheel ongebruikel ijke toevoeging achter de naam die ons duidelijk
maakt dat we hier te doen hebben met een bijzondere man. Deze zoon
van de befaamde vestigingbouwkundige Adriaen Anthonisz wordt ons be
schreven als een eenzelvig mens, die blijkbaar ongetrouwd bleef en een
teruggetrokken leven leidde. Dit in tegenstelling met zijn oudere broers,
Adriaen, die een bekend professor werd aan de Hogeschool in Franeker
en Anthony, die in zijn vaders voetsporen trad en het bracht tot ingenieur
in 's lands dienst.
Onze stadshistorieschrijver Simon Eikelenberg geeft een verhaal over
Jacob, dat hij hoorde uit de mond van "stokoude dog geloofbaare mannen",
waarin het heet dat deze werkte bij een brillenmaker en daar het slijpen
van lenzen leerde. Spelenderwijs a.h.w. ontdekte hij hoe met een hol
glas vlak voor het oog en een bol glas wat verderaf gehouden, het merk
waardig effekt ontstond dat verwijderde voorwerpen naderbij gehaald
werden. Door uiteindelijk de twee lensjes in een blikken buisje te plaat
sen ontstond zo zijn eerste verrekijker.
Misschien zou hij aan zijn uitvinding nooit ruchtbaarheid gegeven hebben
als niet in oktober 1608 ook in Alkmaar bekend was geworden dat zekere
Hans Lipperhey, een brillenmaker uit Middelburg, voor een dergelijk in
strument octrooi had aangevraagd. Waarschijnlijk aangemoedigd en ge
holpen door anderen richt Jacob Adriaensz dan op 17 oktober 1608 een
zelfde verzoek aan de Staten Generaal.
Lipperhey kreeg geen octrooi, maar wel een opdracht tot levering van 3
kijkers voor 900 gulden. Metius ontving 100 gulden met de mededeling
dat een beslissing op zijn verzoek werd aangehouden totdat hij zijn vin
ding meer zou hebben vervolmaakt.
In het prille begin van de 17de eeuw hing de uitvinding van de verrekijker
a.h.w. in de lucht. Naast Lipperhey en Metius komt ook een andere Mid
delburger ten tonele als de eerste uitvinder: Zacharias Jansen. Vast staat
dat ook in Italië kijkers bekend waren ruim voor het jaar 1610. Toen ver
scheen in maart een werk van Galilei, getiteld Sidereus Nuncius"waar
in deze verslag gaf van waarnemingen, die hij met een telescoop had ver
richt. Van Zacharias Jansen is bekend dat hij al jaren daarvoor met zijn
kijkers jaarmarkten afreisde in Duitsland en Italië, waar hij o.a. Venetië
bezocht. 1)
482