Dit betekent dat men voor het verkrijgen van de juiste aantallen huizen - en daarvan afgeleid de juiste aantallen inwoners - de Enqueste en de Infor- macie wel kan vergeten en dat men het haardstedenregister van 1492 en de lijst van hoofdbewoners van 1519 als uitgangspunt moet nemen. Als we de aantallen uit de laatstgenoemde bronnen naast elkaar zetten, dan blijk dat tussen 1492 en 1519 het aantal huizen van 1029 tot 1477 is toegenomen, zijnde 448 huizen. Dit is een spectaculaire groei. Als wij hierbij echter in overweging nemen dat, gezien de landwinningen en bouwactiviteiten, Alkmaar van 1470 af duidelijk economisch in de lift zat, dan geloof ik dat deze toename acceptabel is. De bewering van Abel, dat zich in de 16e eeuw een bevolkingstoename - zo niet een bevolkingsexplosie - voordeed in Europa 10), lijkt dan ook volledig van toepassing op Alkmaar. Ook de grotere voedsel behoefte ten gevolge van deze bevolkingstoename, die o.m. aanleiding gaf tot het winnen van nieuw land en intensivering van de landbouw op het oude land, vindt men in Alkmaar en omgeving in prak tijk gebracht. Tevens betoogt Faber dat de enorme stijgingen van de graan prijs - in het buitenland tot een vier- of vijfvoud of zelfs meer - hier niet voorkwamen en dat stijgingen tot een drievoud uitzonderingen waren 11). "Er schuilt in dit alles een aanwijzing, dat in Nederland de schaarsten minder nijpend en de prijsstijgingen minder extreem zijn geweest dan in andere Europese landen" 12). Uiteraard had dit te maken met de ligging aan de zee en rivieren, waardoor men minder afhankelijk was van de in landse productie. Dit impliceert m.i. dat ook de verhalen over diepe eco nomische ellende, zoals we die vinden in de Enqueste en de Informacie, alsook in de daarop gebaseerde geschiedschrijving, met argwaan moeten beZien' drs. W.A. Fasel 1) Enqueste ende informacie upt stuck van de reductie ende reformatie van den schildtalen in den jare 1494. Uitgegeven door prof. dr. R. Fruin. Brill - Leiden 1876. 2) Informacie up den staet.faculteyt ende gelegentheyt van de steden ende dorpen van Hollant ende Vrieslant. Uitgegeven door prof. dr. R. Fruin. Sijthoff - Leiden 1866. 3) Zie noot 2, inleiding bl. XXVI. 4) A.R.A. Archief Generaliteits Rekenkamer nr. 1122, fol. 38v. 5) Prof. dr. ir. E. H. P. Cordfunke, Alkmaar in Prehistorie en Middeleeuwen, bl. 115. 6) In ..Alkmaar in het Drijfzand", bl. 92 geef ik een aantal van 1074 haardsteden. Uit naamsvergelijking blijkt dat twee bladzijden dubbel zijn, zodat dit aantal onjuist is. 7) A. M. van der Woude, Het Noorderkwartier, A. A. G. Bijdragen 16, dl. 1, bl. 76. 8) G. A. Alkmaar, Stadsarchief nr. 326. 9) Eikelenberg/Boomkamp, Alkmaar en Zijne Geschiedenissen, bl. 63. 10) Prof. dr. W. Abel, Massenarmut und Hungerkrisen im Vorindustriellen Europa. Geciteerd in: Dr. J. A. Faber, Dure tijden en hongersnoden in preïndustrieel Nederland. 11) Faber t.a.p. bl. 9. 12) Ibidem. 478

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1982 | | pagina 14