In de Enqueste van 1494 komt het getal haardsteden niet voor, doch we leren dit getal - dat in 1492 of 1493 vastgesteld moet zijn - kennen uit de Informacie van 1514. We lezen daar: "Item rekenen noch jaerlicx voor huere poorters de erfgenamen van Claes Corf tjaergelt, daer die van Alc- mair inne gecompdemneert waeren, by 't casenbroot, te weten 784 haertste den, van elcke haerfsfede 3 st" De achtergronden zijn bekend. Na de rebellie van het Kaas- en Broodvolk in 1492 werden Alkmaar en West- Friesland gestraft met een haardstedegeld, voor welk doel in dat jaar een optekening werd gehouden. Het merkwaardige is echter, dat blijkens dit haardstedenregister Alkmaar niet 784, doch 1032 haardsteden had. Ik heb dit register nagerekend en ontdekte tevens dat men zich kennelijk enige malen vergist heeft, zodat het juiste aantal 1029 haardsteden is 6). Ergo een verschil van 1029-784 245 haardsteden. Dit kan alleen maar betekenen, dat 245 huizen geen haardstedegeld betaal den en dat derhalve het aantal haardsteden groter is geweest. Dit ligt ook voor de hand, want men zal de aanhangers van de grafelijkheid toch niet tot deze bij wijze van straf opgelegde belasting hebben verplicht. Haard steden waren identiek aan huizen, zoals ook Van der Woude constateerde 7). Met dien verstande, dat de begrippen "huis" en "haardstede" door el kaar werden gebruikt en elk huis voor één haardstede werd aangetekend. Slechts in een geval, n.'l. een huis in de Langestraat, werden twee haard steden geteld, doch dat kan evengoed een dubbele woning zijn geweest. Ook voor 1514 heeft men het aantal huizen opgegeven, n.l. 889 stuks, waarvan "16 huysen priesters toebehorende, an ledige erven ende onbe- woende huysen 24 ende 62 huysen toebehoerende armen die om broot gaan, maecken tesamen 102 haertsteden, blyven noch zuver 787 haertsteden" Betekent dit, dat als we de opgave van 1514 voor waar houden, Alkmaar tussen 1494 en 1514 met 889-784 105 huizen gegroeid is, of, als we het getal uit het haardstedenregister van 1492 aanhouden, de stad met 1029— 889 140 huizen achteruit is gegaan? Ik geloof er niets van. M.i. heeft het stadsbestuur de huizen, die in 1494 niet meebetaalden, dan ook niet meegerekend en in 1514 het accres - dat niet te loochenen viel - bij de 784 betalende huizen van 1494 opgeteld. Een slimme manoeuvre derhalve, doch met als konsekwentie dat de aantallen haardsteden uit de Enqueste en de Informacie niet kloppen. Dat het accres inderdaad niet te loochenen viel blijkt duidelijk uit de roe- name van de accijnsen. De stadsbestuurders konden weliswaar een aantal rekeningen niet overleggen, maar uit wat op tafel kwam blijkt duidelijk dat de pachtsommen der accijnsen sterk gestegen waren. Volgens het stads bestuur werd dit veroorzaakt door "omtrent 350 clerken van buyten (ter) schole, daer de stede wat prouffits by heeft in huere exchijsen". De vraag is, of op een bevolking van 2800 communicanten een 350-tal scholieren verantwoordelijk was voor de stijging van de wijnaccijns van 178 pond in 1502 tot 403 pond in 1512. Het laatste bedrag zou worden teruggebracht 476

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1982 | | pagina 12