van die van Outrop met recht in den Haghe"28).
Hoe het met de jurisdictie is gegaan, heb ik niet kunnen vaststellen.
Wel vond ik dat op 17 september 1577 een gedeelte van het land
Torenburg „leggende in den banne van Alckmaer buyten die
Vriessepoirt" werd aangekocht ten behoeve van het blokhuis van
de Friesepoort29). Het land, dat dus in 1549 nog tot de ban van
Oudorp behoorde, blijkt in 1577 in de ban van Alkmaar te liggen.
Ik vraag me af of Alkmaar dit gebied alleen maar geüsurpeerd had
(zodat de zaak hangende is gebleven), of dat tussentijds een
overgang heeft plaatsgevonden. Hoe het ook zij, op 7 mei 1597
besloot het stadsbestuur de regenten van Oudorp „te ontbieden",
teneinde te vragen of zij afstand wilden doen van de jurisdictie over
het Kruisveld beoosten de Omloop en de andere landen daaraan
volgende30). Deze poging had geen resultaat en eerst bij resolutie
van de Grafelijkheids Rekenkamer van 25 september 1637 werd
het geschil beëindigd, waarbij Alkmaar de jurisdictie verkreeg over
zeker strookje land of weg benoorden het Zeglis en over zeker
partijtje land geheten de Cruysweyde of Cruysland31De reken
kamer bepaalde dat de sloot benoorden de Graven- of Galgendijk
de grensscheiding zou zijn. Met Galgendijk is uiteraard niet bedoeld
de Galgendijk bij de Huigendijk, doch het Oudorperdijkje. In een
akte van 1600 is trouwens sprake van de Omloop of Galchdijk32).
De vergroting betrof derhalve een zeer gering gebied, n.1. een smalle
strook langs het Zeglis en een stukje grond, dat als een driehoekige
uitstulping op de kaart te zien is. Voorts blijkt uit de kaarten dat
Alkmaar voor de Friesepoort de weg bezat tot aan de driesprong.
Deze grenzen zijn in 1821 als gemeentegrens vastgesteld en ze
bleven in stand tot aan de samenvoeging op 1 oktober 1972.
De jurisdictie in de Schermer
Toen in 1632 de Schermeer werd drooggemalen, hadden de
bedijkers heel wat veren moeten laten aleer zij van de stad Alkmaar
en de andere belanghebbenden de vereiste toestemming verwier
ven33). Alkmaar en een aantal rond de Schermeer gelegen dorpen
kregen elk een deel van de polder onder hun jurisdictie. Het
Alkmaarse gebied was gelegen tussen de Schermeerdijk en de
Westertogtsloot en omvatte c.500 morgen land of 1/12 deel van de
polder, te weten de kavels F.26-31, G.l-16 en H.l-15. Deze grens
kwam tot stand bij besluit van de Rekenkamer van 11 februari
1644 en werd bij overeenkomst tussen de Schermeer en Alkmaar
van 3 maart 1753 nader uitgewerkt. T.a.v. de grenzen bestond
onzekerheid, zodat b.v. het geschil tussen het baljuwschap van
Kennemerland en Alkmaar over de grenzen van de hoge jurisdictie
430