De gasfabriek L. J. N. Kouwenberg medewerker gemeentearchief Alkmaar bouwt, sloopt en bouwt weer. In dit artikel een stukje bouwen en slopen op een terrein aan de Paardenmarkt. Voor oudere onder u, het terrein van de gasfabriek aan de Paardenmarkt. Hoe was dat vroeger en hoe ging dat? Wij gaan terug naar het jaar 1852, de oprichting, door een drietal particulieren, van de Alkmaarsche Pijp- gaz Company. Daarop aansluitend volgde in 1853 de bouw van een gasfabriek. Op deze plaats staan nu de brandweergarage, de Zuivel- bank, Eyssens kaasfabriek, etc. Maar hoe kwam men er toe een gasfabriek te bouwen? Het antwoord is simpel: men wilde gasver lichting. In een aantal steden was al gasverlichting en dat voldeed goed. Alkmaar verlichtte de straten nog met olielampen. Enige particulieren hadden het initiatief genomen en een Pijpgaz Company opgericht en kregen vergunning tot het bouwen van een gasfabriek. Voor dit doel werd door de gemeente in erfpacht afgestaan een terrein aan de Paardemarkt tussen Paternosterstraat en Doelenkluft. Op 14 okt. 1853 werd door de burgemeester van Alkmaar de eerste steen gelegd. De eerste gaslantaarn werd ontstoken op 1 maart 1854. Op het terrein stonden toen het woonhuis van de direkteur, tevens kantoor, enige kleine gebouwtjes en twee gashouders. In de loop der jaren kwam uitbreiding van de gebouwen tot stand, de omvang hiervan is niet met zekerheid te dateren. In 1883 ging het particuliere bedrijf over in handen van de gemeente Alkmaar. Vanaf dat jaar ging de uitbreiding sneller. 1884: Uitbreiding van het zuiverhuis. 1885: Uitbreiding van de machinekamer. 1886: Bouw van een gashouder met bijkomende werken. 1891: Aankoop van 3 panden aan de Koningsweg voor uitbreiding van het terrein. Op dat moment besloeg het terrein een ruimte die werd omsloten door Kanaalkade, Doelenkluft, Koningsweg (Paarden markt) en Paternosterstraat. Uitbreiding naar de andere zijde van de Paternosterstraat was niet mogelijk want daar lag het Mallegat met Mallegatsluis en Munnikenbolwerk. Toch ging de expansie verder er werden plannen gemaakt voor een geheel nieuwe uitbreiding over de Paternosterstraat heen. Tussen 1892 en 1894 werden het Mallegat (een verlenging van het Geestwater) gedempt en de Mallegatsluis gesloopt. De Paternoster straat werd verlegd naar waar nu ongeveer het laatste stuk van de Molenbuurt ligt. Om dat te bereiken werd een stuk van het Mun nikenbolwerk afgegraven en aan het terrein van de gasfabriek toege voegd. Na egalisering van dit terrein werd het geheel door een 397

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1981 | | pagina 3