woordige Luttik Oudorp-zuidzijde aanvankelijk Appelmarkt heette.
De naam Luttik Oudorp komt overigens laat in de archiefbronnen
voor, namelijk voor het eerst in 1476, als sprake is van een eerste
pachtbetaling uit een huis en erve „op Luttick Outdorp dat nuwes
bedyckt ende beplaet is" 53). Tussen 1484 en 1501 de juiste
datum is niet te bepalen kochten Willem Ariansz en Pieter
Wichersz elk 6 roeden water aan het oosteinde van Lutke Outrop aan
Brantgen Corfmakers erve en in 1486 kocht Rembrant Jansz even
eens 6 roeden water aan Luttyck Outerop54). Het komt mij derhalve
onwaarschijnlijk voor dat op het Luttik Oudorp vóór 1450 - en laat
staan omstreeks 1300 verkaveling ten behoeve van huizen en erven
zal hebben plaatsgevonden. In het kohier van 1492 komt „die
Koeltuyn mit Luttik Oudorp" tweemaal voor, namelijk met 21
huizen en met 5 huizen 1 schuur5 5In Alkmaar in het Drijfzand
(zie bl. 88) kon ik dit niet verklaren, doch thans ben ik van mening
dat de bebouwing is ontstaan langs de Kooltuin en het water van de
Voormeer (de 21 huizen) en dat in het achterliggende gebied, dat in
zijn geheel Littik Oudorp heette, nog 5 huizen en 1 schuur stonden.
Hoe het ook zij, uit deze opgave blijkt duidelijk dat in 1492 dit later
zo dichtbevolkte gebied nog maar nauwelijks bewoond was. Ik voel
dan ook niets voor de theorie van Cordfunke, die beweert dat in de
14e eeuw rond de Torenburg een tweede centrum ontstond, waarvan
het gebied reeds in de 14e eeuw aan het snelgroeiende stadsgebied
grensde. De archivalische gegevens zijn immers volstrekt in tegen
spraak met deze theorie.56) Blijkens de staat van hoofdbewoners van
151957) telde in dat jaar de Kooltuin 14 huizen en het Luttik
Oudorp 43, hetgeen een opmerkelijke toename is. Op 6 september
1537 verkocht Alkmaar het land Hoog-Torenburg aan Jacob Florisz
en op 28 februari 1565 kocht de stad het van zijn erfgenamen terug,
zoals we gezien hebben, hetgeen ongetwijfeld te maken had met de
behoefte aan bouwgrond, alsook met de nieuwe fortificatie. Want in
de jaren 1562-1568 zijn in dit stadsdeel omvangrijke werken uitge
voerd. Op 17 juni 1563 werd besloten „dat dye stede zal doen maken
de platinge buyten upt Lutkoudorp neffens Ryck IJsbrantsz en
Garbrant Cornelisz Olyslagers huys" en voorts werd de plating op
o.m. het Luttik Oudorp „geroyt", ergo er werd een rooilijn uitge
zet58). Ook werd aarde gekruid naar de brug „by den Dyck over den
Cooltuyn"5 9). Voorts werd er gewerkt aan de bruggen op de Dijk, de
Kooltuin en het Luttik Oudorp60) en tevens werd besloten het
„steechgen op den zuytzyde van Luttik Oudorp op te nemen ende
met zandt te hooghen"61). Dit is zeer vermoedelijk de Wortelsteeg,
die enige bladzijden eerder wordt genoemd62). Op 11 februari 1568
werd besloten „dat men een cingel sal doen maken an de noortzyde
van de stede"63). Hiertoe werden verschillende huizen aangekocht en
419