lag de Torenburg nog „by der stede van Alcmair" en nog in 1549 deed Oudorp daar de schouw en hief er de omslag. En ook in een grafelijk domein met een eigen jurisdictie geloof ik niet. Het schoutambt van Oudorp ressorteerde oudtijds onder het baljuwschap van de Nijenburg, zoals blijkt uit een brief van het Alkmaarse stadsbestuur van 1573 aan de stadhouder42). Het komt mij onlogisch voor dat de baljuw, die op de Middelburg zetelde, geen jurisdictie zou hebben gehad over de bewoners van de grafelijke leenhoeve, terwijl het gerecht van Oudorp v.w.b. de schouw en de belastingheffing die macht wel had. Men moet m.i. verschillende rechtskringen onder scheiden en constateren dat crimineel- en civielrechterlijke subordina tie van een geheel andere orde was dan feodale subordinatie. Met hetzelfde recht kan men immers beweren dat schout en schepenen van Alkmaar geen jurisdictie hadden over de bewoners der huizen, die lenen waren van de grafelijkheid. Blijft de vraag wanneer een deel van het gebied onder de jurisdictie van Alkmaar is gekomen. Gegeven het feit dat de leenregisters niet van een overgang gewagen en ook verdere gegevens ontbreken, kan men er alleen maar naar gissen. Ik vermoed, dat eerst in de 16e eeuw de Alkmaarse jurisdictie met een stukje Oudorps gebied is uitgebreid. In 1528 is een gedeelte van de Torenburg binnen de stadsmuur en dus als het al niet eerder gebeurd was binnen de jurisdictie van Alkmaar gekomen. De overeenkomst van 24 april 1529, waarbij de stad voor haar rekening nam „de dijck die loopt van de Vriesepoort oostwaerts aen tot des graven dijck"43), zou erop kunnen wijzen dat het gebied binnen de stadsmuur inderdaad eerst in 1528 aan de stad is gekomen en dat Alkmaar toen tevens dit dijkstuk te weten een deel van de Westfriese omringdijk, waarin de Torenburg van oudsher verhoefslaagd was tot haar last heeft genomen. Ook is op zeker moment (doch kennelijk na 1549) een klein gedeelte buiten de stadswal naar Alkmaar overgegaan, want bij akte van 17 september 1577 droeg Allert Claes Louwen 288 roeden 9 voet 6 duim land over aan de stad ten behoeve van het blokhuis buiten de Friesepoort44), welk land genomen was van de Torenburg. De verkoper stelde ten onderpand „een stuck lants genaempt Torenburch, daer dit boven gescreven lant offgedolven is, leggende in den banne van Alcmaer buyten die Vriessepoirt". Na 1573 heeft Alkmaar gedurende enige jaren geheel Oudorp in bezit gehad, zodat het niet is uitgesloten dat de stad de jurisdictie over bedoeld land had geüsurpeerd. In een artikel over de jurisdictie van Alkmaar hoop ik hierop terug te komen. Proberen wij thans de omvang van het gebied van de Torenburg vast te stellen. Bij de verkoop van Hoog-Torenburg in 1537 wordt als belending aan de zuidzijde genoemd de afpaling „alsoe dat by de 416

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1981 | | pagina 22