provenhuis van Zessen. Blijkens deze rekeningen bestond het Toren- burgse bezit uit drie stukken, n.1. Hoog-Torenburg, groot 1070 roeden, dat door Pieter Pijnssen gekocht zou zijn van Vincent Robrechtsz alias Annoke vuyten Brielle37). Dit kan niet kloppen, hetgeen wordt bevestigd door een andere vermelding38), luidende: „Is leengoet dat men te leen hout van den grave van Hollant, meester Jacob Pijnssen huysvrouwe anbestorven by doot van hueren saliger broeder Dierick Symonsz". Verder was er het Middelstuk, gelegen ten oosten van Hoog-Torenburg en „dat meest van Laechtorenburch gedolven is ende daer an plach te behoren", groot 1075 roeden, alsmede Laag-Torenburg, „groot behalve 't angemaeckte lant 2280 roeden", gelegen ten oosten van het Middelstuk39). Uit deze be schrijving blijkt dat het land van Torenburg strekte van west naar oost, alsook dat het Middelstuk grotendeels van Laag rodenburg genomen was en dat er op dat tijdstip (1549) nieuw land werd gemaakt. Dit laatste wordt bevestigd door het feit dat de huurder van het nieuwgemaakte land geen huur behoefde te betalen „overmits dattet selve nyet te grasse gecomen is mits dat men tselve dit jaer XLIX seer gehoocht hebben ende alle aerde gecommen uute ge- kuerde sloot an Hooch ende Laech Torenburg daer up gebracht ende gevoert is geweest"40). Deze „gekuerde sloot an Hooch ende Laech Torenburg" biedt ons een geheel nieuw gezichtspunt, want in dezelfde rekening vond ik onder de uitgaven: verschooten alsulcke oncosten als gedaen zyn in desen jaere 1549 ter saecke van den slooten te diepen om Hooch ende Laech Torenburch naevolgende de keur van schout ende schepenen van Outdorp". Wat betekent dit? Het betekent, dat het land van de Torenburg onder de schouw van het gerecht van Oudorp lag. Tevens blijkt dat zowel Hoog- als Laag-Torenburg morgengeld en sluisgeld betaalden aan schepenen van Oudorp, ergo deze landen vielen tevens onder de omslag van Oudorp. Men heeft zich herhaal delijk verdiept in de vraag wat „Luttik Oudorp" betekent en ook is geopperd dat uit deze naam (Klein Oudorp) wellicht valt af te leiden dat het gebied oorspronkelijk tot Oudorp heeft behoord. Naar mijn mening bevat het bovenstaande inderdaad een sterke aanwijzing, met name als wij hierbij in overweging nemen dat in de oude belenings akten de hofstede van Torenburg konsekwent wordt aangeduid als liggende „by der stede van Alcmair" en niet „in de vrijheid van Alkmaar". Voor mij staat het vast dat bedoeld gebied eertijds tot de jurisdictie van Oudorp heeft behoord en dat het Alkmaarse gebied aan de overzijde en dus ten westen van de Rekere gezocht moet worden. Volgens Meilink zou het gebied van de Torenburg omstreeks 1400 binnen de ban van Alkmaar zijn gekomen, terwijl het eerder een grafelijk domein was41). Dit kan niet kloppen, want ver na 1400 415

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1981 | | pagina 21