akte zijn verschillende conclusies te trekken. Allereerst dat Henric in 1410 de hofstede Torenburg alreeds in leen hield. Een hofstede is niet hetzelfde als een kasteel (in de grafelijke leenregisters wordt konsekwent van „den huize" of „den slote" gesproken als het om een kasteel gaat) en dus zijn er twee mogelijkheden: of de hofstad was een tot het kasteel behorende bouwhoeve (en dus kan het kasteel in 1410 nog hebben bestaan), of de hofstad is in de plaats gekomen van het kasteel (en dus bestond het kasteel in 1410 niet meer). Ik meen dat Groesbeek genoeg gegevens heeft aangedragen om het laatste aannemelijk te maken25). Hoe het ook zij, in alle geval was het kasteel in 1528 verdwenen, want Petrus Nannius verhaalt dat in dat jaar „fundamenta conspicatus sum cum vallo et fossa Alcmaria cingeretur"26). Inderdaad is men bij de aanleg van stadsmuur en gracht dwars door Torenburg gegaan2 In 1410 kreeg Henric van Torenburg dus ongeveer 5 morgen weiland in de ban van Oudorp en ongeveer 2 morgen land in de vrijheid van Alkmaar in eigendom. Men is geneigd te concluderen dat met deze twee stukken land Hoog- en Laag-Torenburg zijn bedoeld, doch dit kan niet juist zijn. Immers, ook ver na 1410 wordt de hofstede Torenburg, met het bijbehorend land dat later als Hoog- Torenburg wordt aangeduid, als grafelijk leengoed vermeld. Laag- Torenburg daarentegen werd eerst in 1502 door Dirck Symonsz gekocht van Willem van Rietwijck28). Bertout van Torenburg had dit land weliswaar eerder (in 1461) van de graaf in leen gekregen29), doch hij moest het aan de Van Rietwijck's teruggeven, aangezien de belening ten onrechte was geschied. Voorts lag een van de stukken land in de vrijheid van Alkmaar, hetgeen de mogelijkheid dat het tot de Torenburg behoorde lijkt uit te sluiten, zoals we nog zullen zien. Na 1410 is de hofstede nog verschillende malen aan Van Toren- burg's beleend, waarvan Groesbeek een aantal akten noemt30). In 1461 kwam het goed aan Adriaen, zoon van Christina31) en in hetzelfde jaar werd, zoals gezegd, Bertout beleend met Laag-Toren burg, groot 8 koeweiden32). Op dat tijdstip behoorde Laag-Toren burg dus niet tot de hofstede. Op 30 maart 1499 deed Claes van Torenburg Adriaensz ten behoeve van Dirck Symonsz Claes Corfsz afstand van de hofstede Torenburg, gelegen bij de stad Alkmaar, met daartoe een tijns in het ambacht Heiloo33). Op 30 maart 1500 kreeg Dirck Symonsz de hofstede van de grafelijkheid in leen34). In 1502 kocht Dirck Symonsz zoals we gezien hebben tevens Laag-Torenburg erbij, welke koop door de graaf werd bevestigd35). In 1512 is het goed in leen gegeven aan Gerryt, zuster van Dirck Symonsz, die gehuwd was met mr. Jacob Pijnsen36). Het werd met de andere bezittingen van de familie beheerd door de rentmeester Augustijn van Teylingen en het komt voor in de verschillende rekeningen van het 414

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1981 | | pagina 20