grachten de binnenstad kon bereiken. Dit zou erop kunnen wijzen
dat de dijk er eerder was dan genoemde grachten, doch hoeveel
eerder weet ik niet. Het heeft er echter alle schijn van dat de
landwinningen aan het Verdronkenoord (sedert omstreeks 1470) een
onderdeel vormden van waterstaatswerken in groter verband. Wel
licht vormde de aanleg van de dijk de beginfase van de landwinning,
waardoor men de Voormeer buitensloot en het gebied westelijk
daarvan kon worden drooggemaakt. Dat zou dan betekenen dat de
dijk niet van middeleeuwse oorsprong is, doch kort voor 1470 is
gelegd. De landwinning ten oosten van de dijk zou dan de tweede
fase zijn.
Tot nu toe had ik als oudste vermelding van het Nieuwelant een
gegeven uit 1482, doch onlangs vond ik een akte van 1471 vermeld,
waarin sprake is van de molen op het Nieuwland50Uit de
archiefstukken blijkt dat dit gebied schaars bewoond was en voorna
melijk dienst deed als industrieterrein. Zo stonden er in het begin van
de 16e eeuw tenminste drie molens en een onbekend aantal kalk
ovens, zoutketen en looierijen. In 1536 begon men met de omwalling
van de stad aan de zuidzijde51terwijl in dat jaar tevens de
Vijverweidt werd doorgegraven voor de aanleg van de Oudegracht52
Deze Vijverweidt werd aan de zuidzijde begrensd door de Achter-
meer, waaruit wel blijkt hoe dicht dit meer oudtijds de stad naderde.
De uitlegging van de stad tot aan de Oudegracht bood kennelijk
weinig soulaas, want zeer spoedig is men begonnen met een nieuwe
uitbreiding, n.1. die van 1566.
Op 11 maart 1552 sloot de stad een overeenkomst met Willem
Hendricksz (Moller) inzake de steeg ten zuiden van de Laat recht
tegenover het Payglop, „streckende van de Leedt tot after an de oude
vestensloet toe incluys"53). We hebben reeds gezien dat tien jaar
later (op 10 oktober 1562) de stad ook het huis van Willem
Henricksz kocht. Dit diende om de steeg breder te maken, waardoor
de Ridderstraat ontstond. Deze straat vond ik voor het eerst vermeld
in 15 6454) en ook is er een akte van 1630, waarin sprake is van het
„huys daer die Christelycke Ridder wthanght in de Ridderstraet"55
waardoor de straatnaam verklaard wordt. Overigens stelt de „oude
vestensloet" ons voor een probleem. Dat hiermede de Oudegracht
zou zijn bedoeld is namelijk niet waarschijnlijk. Want deze in 1536