tegenover de houten deuren lag. en wel ver achter de huizen en tuintjes van panden in de Magdalenenstraat moet hebben doorge gaan. Natuurlijk weet ik niet wat daar nu nog van over is. Ik geef de beschrijving om te laten zien hoe heel groot dat pand van de apotheek en drogisterij wel was. Misschien kan een kadastrale kaart en beschrijving van maten, enz. U betere inlichtingen geven dan deze vage aanduidingen. Ook kan men misschien nog zien hoe veel is aan- en ver- en bijgebouwd sinds 1945/'46 toen het pand door de erfgenamen werd verkocht. Het pakhuis was oud; nu ik eraan terugdenk, ben ik er persoonlijk van overtuigd, dat het altijd tot de apotheek behoort moet hebben, zolang die heeft bestaan. In de jaren van mijn jeugd was het te oud om sinds '84, om maar eens een greep te doen, als zodanig dienstig te zijn geweest. Jaren-, jarenlang werkte er een pakhuisbediende in vol emplooi: Koster: een brave man met één oog. Hij rook naar chemicaliën als het pakhuis, zo doortrokken was de hele atmosfeer. De drogisterij was dus in wat nu is de opticien's winkel. Een kinderparadijs, vooral als Jozef, de bediende, er alleen was, die de officiële bediende was in de drogisterij, maar ook wel werd bijge staan door de assistenten, als het nodig was en niet te druk in de apotheek. Tante Alida zelf was overal, en hielp overal, en hield overal toezicht. Ze kon er streng uitzien, maar was o zo vriendelijk. Er was, nu ik terugkijk, een prachtige verhouding tussen haar en het grote personeel: ze vroeg en verzocht, maar op zo'n ouderwetse wijze, dat neen, of verdere vragen of uitleggingen niet bestonden. De heer van Sprang herinner ik me vaag (ik was toen drie of vier jaar oud), maar we waren er vaak. De heer Oosthoek was inderdaad zijn opvolger en na hem de Heer van der Guyp, die, als ik me niet vergis, er nog in 1940 was, toen ik vertrok. Van de doden niets dan goed, maar om onder een vriendelijke, maar volkomen bekwame en doelbewuste vrouw te werken, die in alle opzichten de leidster was (al was er nog geen algemeen vrouwenkiesrecht tot 1917) was geen gemakkelijke positie. De sterkste karakters zouden die baan niet kiezen. Ook was er geen werkdwang: de naam op de poeder- en pillendoosjes als provisor was het doel van de baan, en missiën was minder dan meer werk hoogst welkom voor de werkgeefster. Tot aan de dertiger jaren toe, en misschien nog wel later, werden medicijnen in locum vervaardigd. Ik ben er\>an overtuigd, dat speciale pillen, enz. en alle poeders in de apotheek werden vervaardigd, waar ik het vaak zag doen, maar om de Multatuli-figuur van Jozeph aan het werk 324

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 6