De wijding van de Grote Kerk door drs. W .A. F asel In de manuscripten van Jan Croll trof ik een kroniekaantekening aan, die mij zeer belangwekkend voorkomt: „1521 Alcmaer kerk geweyd, blasius dag" 1). Croll heeft deze aantekening overgenomen uit een handschrift „dat na alle schijn geschreven (is) omtrent 1557". Dit is niet meer te controleren, want het oorspronkelijke handschrift is verdwenen en zelfs de naam van de kroniekschrijver is onbekend. Ook Bruinvis heeft deze aantekening uiteraard bestu deerd en hij blijkt weinig ingenomen met een kerkwijding in 1521: „Eene, trouwens niet gelijktijdige aanteekening, welke de kerkwij ding in het jaar 1521 stelt, komt ons niet geloofwaardig voor; reeds veel vroeger moet het gebouw voor zijne bestemming geschikt zijn geweest en de wijding daaraan voorafgegaan zijn" 2). Ik vraag me af, of hij gelijk heeft. Bruinvis heeft een artikel aan de bouwgeschiedenis van de Grote Kerk gewijd 3), waarin hij zo te zien alle gegevens heeft verwerkt waarover hij kon beschikken; met als konsekwentie, dat gegevens uit originele archiefstukken zijn ver mengd met gegevens uit Van der Woude, Boomkamp, Eikelenberg, Croll en zelfs Westphalen. Hiertegen is geen bezwaar, mits men duidelijk laat uitkomen waar men zijn gegevens vandaan heeft. Bruinvis nu vermeldde hoogst zelden zijn bronnen, zodat hij door gaans oncontroleerbaar is. Hoewel zijn vertrouwen in Westphalen niet groot was, heeft hij desondanks diens gegevens gebruikt. Zo geeft hij een aan Westphalen ontleende lijst van altaren 4), waarvan latere onderzoekingen hebben aangetoond dat er bijzonder weinig van klopt 5). Westphalen leefde van 1626 tot 1695, zodat hij een voorloper was van Eikelenberg en Boomkamp. Blijkens zijn aanteke ningen heeft Eikelenberg gebruik gemaakt van de geschriften van Westphalen, waarna Boomkamp het boek Alkmaar en Zijne Geschie denissen schreef aan de hand van het door Eikelenberg verzamelde materiaal. Hierop is door latere schrijvers voortgebouwd, hetgeen betekent, dat de geschiedsschrijving van Alkmaar besmet is met de fantasieën van Westphalen, alsook dat de gegevens van andere twijfelachtige kronikeurs er hun weg in hebben gevonden. Het ware daarom te hopen dat ooit eens een historicus alle gegevens betreffen de de Grote Kerk bijeenbrengt en vervolgens een scheiding probeert te maken tussen datgene wat bekend is en uit de authentieke 340

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 22